Studies met betrekking tot subfertiliteit suggereren dat er beperkt besef is onder verloskundig hulpverleners van specifieke zorgbehoeften van zwangere vrouwen met subfertiliteit in de anamnese. Deze Nederlandse explorerende studie (april en november 2011) met een grounded theory onderzoeksopzet bestudeerde de verloskundige zorgbehoeften van vrouwen en stellen die zwanger geraakt waren na fertiliteitsbehandeling.

Een eerste reeks van 9 semigestructureerde interviews met 11 participanten richtte zich op subfertiliteit ervaringen voor, tijdens en na de zwangerschap. Deze werden vervolgd met 7 telefonische diepte interviews voor verdere exploratie van de eerdere bevindingen en resulteerden in vier thema’s.

Opmerkelijk is het eerste thema: de paradox tussen enerzijds de behoefte aan ‘normale’ standaard prenatale zorg en anderzijds de behoefte aan extra niet-gestandaardiseerde echo’s en prenatale controles ter bevestiging van de ‘echtheid’ van de zwangerschap.

Het tweede thema beschrijft de behoefte aan begrip van de verloskundige voor de impact van infertiliteit, met de wens voor meer aandacht in de huidige prenatale zorg voor de infertiliteit(voor)geschiedenis.

Het derde thema beschrijft psychosociale ondersteuning en het vierde thema beschrijft generieke zorgbehoeften. Er is behoefte aan aandacht voor het vragen naar en bespreken van angstgevoelens, spanning en onzekerheid over het verloop van de zwangerschap, geïnitieerd door de verloskundige. Ook willen vrouwen graag een eerdere eerste controle en kleinere intervallen tussen de controles.

Volgens de onderzoekers is er grootschaliger kwantitatief onderzoek nodig om de onderzoeksresultaten te kunnen bevestigen en hiermee een mogelijke implementatie van een specifieke (interdisciplinaire) richtlijn of specifieke aanbevelingen voor het onderwijs curriculum te onderbouwen.