Themalijn 2: De cliënt bepaalt de koers?!

151486_Headers Conferentie Kennispoort_Header themalijn 2

We zeggen het allemaal: de cliënt staat centraal en de invulling van de zorg komt tot stand in samenspraak tussen de cliënt en de zorgverlener onder andere via shared decision-making.

Maar hoe geven we daar inhoud aan en met welke resultatehttpsn? En kan en wil iedere zwangere vrouw dat of zijn er vrouwen in kwetsbare omstandigheden voor wie dat moeilijk is. Willen vrouwen nog wel een fysiologische geboorte? En ligt een fysiologische bevalling nog binnen het bereik van iedere vrouw? Wat is er nodig om samen met de vrouw en haar partner de fysiologische geboorte behouden?

Deze themalijn is uitgewerkt in de volgende presentaties:

 

Keynote Cliëntgerichte zorg:

Wat willen vrouwen in Nederland? Waar hebben ze last van en voelen zij zich goed bij de zorg die we leveren? Welke rol spelen de indicatoren van de Geboortebeweging? Hoe kunnen verloskundige zorgverleners een bijdrage leveren om de fysiologische geboorte binnen het handbereik van vrouwen te houden?

Joyce Hoek-Pula, vice-voorzitter Geboortebeweging, moeder, zwangerschapsbegeleidster en doula

 

Parallelsessie Cliënt 1 – Food for thought (sessieleider: Corine Verhoeven)

Mooie actuele thema’s met veel voer voor discussie over cliëntgerichte zorg. Vandaar dat bij deze sessie ook keynotespreker Joyce Hoek-Pula aanschuift als panellid.

What women want! Verwachtingen, voorkeuren en wensen van zwangere vrouwen met betrekking tot uitbreiding van risicoselectie voor preeclampsie.  Marije de Ruiter MSc. en drs. Neeltje Crombag, verloskundigen en PhD bij UMCU, locatie WKZ.
Thema Client - Parallelsessie_MarijeLamain_deRuiterInternationaal wordt veel onderzoek gedaan naar het uitbreiden van het prenatale testaanbod naar zowel foetale als maternale complicaties, zoals bijvoorbeeld preeclampsie. In deze studie bestudeerden we met behulp van focus groep onderzoek de verwachtingen, voorkeuren en wensen van zwangere vrouwen met betrekking tot uitbreiding van de huidige risicoselectie voor preeclampsie. Vrouwen in deze studie hadden voornamelijk een positieve houding ten aanzien van uitbreiding van risicoselectie. Kennis over risico’s zou leiden tot meer persoonlijke betrokkenheid. Door extra persoonlijke alertheid en preventieve maatregelen in geval van een hoog risico, verwachten de vrouwen bij te kunnen dragen aan verbetering van de zwangerschapsuitkomsten. Voornaamste nadeel van testen was toegenomen ongerustheid, te verminderen door informatie en intensieve begeleiding. Vrouwen uit niet-stedelijke gebieden zagen medicalisering van de zwangerschap als mogelijk nadeel, aan de andere kant hadden vrouwen uit stedelijke gebieden een voorkeur voor meer specialistische zorg.

 

Baren Buiten het Systeem; een verkenning van de literatuur

Dr. Lianne Holten (AVAG) en dr. Esteriek de Miranda (AMC), verloskundigen-onderzoekers WONDER-studie
Parallelsessie Client - Esteriek de MirandaParallelsessie Client - Lianne Holten
Er is een groeiende groep vrouwen in Nederland die zich niet conformeert aan de afspraken rondom medische/plaats indicaties zoals die in richtlijnen en protocollen zijn opgenomen. Sommige vrouwen onttrekken zich bewust aan de geboortezorg. De WONDER-studie onderzoekt (met mixed-methods) o.a. de ervaringen en motieven van deze vrouwen omdat meer inzicht nodig is in de oorzaken van deze ‘mismatch’ tussen het Nederlands systeem van geboortezorg en de zorgbehoeften van deze groep vrouwen. Buitenlandse studies laten zien dat andere opvattingen over betrouwbare kennis, risico- en risicoperceptie, veiligheid, autonomie en verantwoordelijkheid hierbij een grote rol spelen. Bevallen buiten het systeem is soms een positieve eerste keuze, maar veel vaker blijken negatieve ervaringen met de geboortezorg de bepalende factor. Bezorgdheid over consent, (onnodige) interventies en mogelijk verlies van een goede geboorte-ervaring zijn o.a. redenen om het formele systeem van geboortezorg te vermijden.

Electieve inleiding, een trend die te snel is aangewend? Lizette Videler-Sinke, PA i.o. en klinisch verloskundige, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis en Josine Lageweg, PA i.o. en klinisch verloskundige, Zaans Medisch Centrum
Parallelsessie Client - Lizette Videler-Sinke Parallelsessie Client Josine Lageweg
Wereldwijd is er een stijging in het aantal inleidingen van de baring op zowel medische als electieve indicatie. Nationaal is er discussie over de exacte cijfers. Het percentage inleidingen onder alle zwangeren steeg naar 24% (2010) en lijkt momenteel rond de 20% te liggen. Is het dan daadwerkelijk zo dat 1 op de 5 vrouwen een medische indicatie heeft die een inleiding verantwoord? Een inleiding is niet zonder risico’s.  Zo is er een toename van epidurale pijnstilling. De gevolgen op het aantal Sectio Caesarea is onduidelijk. Neonaten geboren bij een termijn < 39 weken hebben meer risico op complicaties. Dit pleit voor een negatief advies in het electief inleiden vóór 39 weken. Daarnaast is meer onderzoek nodig naar de achtergrond van de stijging zodat initiatieven kunnen worden ontwikkeld om het aantal inleidingen terug te dringen. Implementatie van een informed consent was internationaal reeds succesvol en verdient een plek in de Nederlandse richtlijnen.

Samen werken aan zorg voor kwetsbare zwangeren in Zuidwest Nederland. De veldstudie. Nynke de Groot MSc., Onderzoeker in opleiding, Verloskunde & Gynaecologie,
Erasmus MC.
Paralleslsessie Client - Nynke de Groot
Het Regionaal Consortium Zwangerschap & Geboorte Zuidwest Nederland richt zich op het realiseren van gestructureerde zorg voor kwetsbare zwangeren.  In dit onderzoeksproject zijn dit zwangeren waarbij sprake is van psychopathologie en/of psycho­sociale problemen en/of middelengebruik (PPM), in combinatie met een gebrek aan persoonlijke hulpmiddelen (bv lage SES, achterstandsituatie). De veldstudie is het onderdeel van het project waarin bij alle betrokken verloskundigenpraktijken en ziekenhuizen het aantal kwetsbare zwangeren in beeld wordt gebracht d.m.v. de Mind2Care vragenlijst; een voor dit doeleinde ontwikkelde en gevalideerde screeningslijst. Momenteel wordt data verzameld binnen >30 praktijken. De sample van >2.000 cliënten is overwegend van westerse komaf (93%) en hoog opgeleid (60%). De prevalentie van PPM is echter hoog (51%) en ook lijkt de spreiding van PPM tussen de praktijken minder groot dan verwacht (38-60% totale PPM en 18-45% actuele PPM). De resultaten benadrukken het belang van systematische screening en hulpverlening.


Parallelsessie Cliënt 2 –Wensen en werkelijkheid (sessieleider: Marion van Harn)

Effect of planned place of birth on obstetric interventions and maternal outcomes among low-risk women. Nienke Bolten MSc., verloskundige en onderzoeker, Midwifery Science
Thema Client - Parallelsessie Nienke Bolten
Er zijn zorgen over toename van interventies in de geboortezorg. Barenden zouden meer interventies ondergaan dan medisch gezien noodzakelijk. Verondersteld wordt dat interventies leiden tot meer nadelige uitkomsten. Verloskundigen zijn belangrijk voor de begeleiden van barenden, zowel thuis als poliklinisch. Wat het effect is van plaats van bevalling op interventies is nog niet duidelijk. Met de data van de DELIVER studie is het verschil in obstetrische interventies en maternale uitkomsten voor geplande thuis versus poliklinische bevallingen bij laagrisico vrouwen onderzocht. De resultaten laten zien dat vrouwen met een geplande thuis bevalling vaker spontaan bevielen, minder vaak een episiotomie en actief leiden van het nageboorte tijdperk nodig hadden. Nulliparae hadden vaker totaalruptuur, dit was niet langer significant als caesarean sectio werd geëxcludeerd. Multiparae ondergingen minder vaak bijstimulatie en hadden vaker gaaf perineum. Een geplande thuisbevalling met verloskundige begeleiding voor laagrisico vrouwen is belangrijk als een tegengewicht voor de stijging in interventies.

Het verband tussen de voorkeur voor de plaats van bevallen en het verloop van de zwangerschap en baringsuitkomsten. Marijke Hendrix PhD, docent-onderzoeker, lectoraat Midwifery Science, Academie Verloskunde Maastricht
Thema Client Parallel Marijke Hendrix
Eerder onderzoek met betrekking tot de plaats van bevallen richtte zich vooral op het verband tussen de bij aanvang van de baring geplande plaats van geboorte en de baringsuitkomsten en het aantal interventies. De meeste vrouwen maken echter hun keuze voor plaats van bevallen al ver voor de bevalling. Er is maar weinig bekend over de invloed van deze voorkeuren van vrouwen op het verloop van de zwangerschap en bevalling. In een prospectief cohortonderzoek onder laagrisico nulliparae werd de associatie tussen de initieel gekozen plaats van bevallen (thuis of ziekenhuis) en zorgverlener (verloskundige of gynaecoloog) en het verloop van de zwangerschap en bevalling onderzocht. Resultaten laten zien dat verschillen kunnen worden toegeschreven aan het model van zorgverlening (thuis of ziekenhuis en verloskundige of gynaecoloog), maar dat ook karakteristieken en attitudes van zwangere vrouwen een belangrijke rol lijken te spelen.

Thuis of in het ziekenhuis? Een kwalitatieve studie naar voorkeuren en motivaties om thuis of in het ziekenhuis te bevallen. Tamar van Haaren-ten Haken MSc., verloskundige en onderzoeker, Academie Verloskunde Maastricht
Thema 2 Client - Parallelsessie Tamar van Haaren
De plaats van de bevalling en de organisatie van de verloskundige zorg zijn de laatste jaren vaak onderwerp van discussie. Veiligheid en uitkomsten van de zorg spelen hierbij een belangrijke rol. Relatief weinig studies gaan echter over voorkeuren en verwachtingen van vrouwen zelf. Dit terwijl women centred care een speerpunt is van alle betrokken professionals in de geboortezorg. Waarom kiezen vrouwen voor een thuis- of ziekenhuisbevalling? Welke verwachtingen hebben zij daarbij? In deze kwalitatieve studie, onder gezonde nulliparae, onderzochten wij welke aspecten een rol spelen bij de keuze voor de plaats van de bevalling. De keuze bleek niet zwart of wit gemaakt te worden, maar meer binnen een continuüm waarbij vrouwen met verschillende keuzes voor plaats van bevalling toch ook veel overeenkomsten bleken te hebben in hun opvattingen. Opvallend was dat veel vrouwen –zowel met een voorkeur voor thuis- als ziekenhuisbevalling – weinig verwachtingen van zichzelf of van de bevalling hadden. 

Parallelsessie Cliënt 3 – (Hoe) helpt het systeem de zwangere? (sessieleider: Greta Rijninks)

Keuzehulp met individuele risicoberekening: effectief hulpmiddel bij het kiezen van de partusmodus na eerdere sectio caesarea. Emy Vankan, AIOP, onderzoeker SIMPLE-studie, Maastricht UMC
Thema Client Parallelsessie Emy VankanZwangeren met een sectio caesarea (SC) in de voorgeschiedenis moeten kiezen voor een intentie tot vaginale baring (VB) of een electieve repeat sectio (ERSC). Echter, adequate counseling vindt in minder dan 15% plaats. In deze studie wordt de effectiviteit van een richtlijn-implementatie strategie, de keuzehulp , geëvalueerd. Zwangeren in zes interventie-ziekenhuizen kregen een keuzehulp voor de partusmodus met predictiemodel om de individuele kans op een VB te berekenen. In zes controle-ziekenhuizen werd gecounseld volgens de reguliere zorg. In de interventiegroep voelden meer vrouwen zich betrokken bij de keuze voor de partusmodus. Het totaal aantal VB was vergelijkbaar. In de interventiegroep kozen meer vrouwen voor een ERSC (41% vs. 30%). In de interventiegroep bevielen meer vrouwen met een intentie tot VB, vaginaal ( p=0,01). Dit resulteert in 10% meer secundaire sectio’s in de controlegroep. Een keuzehulp voor de partusmodus na SC leidt tot toegenomen patientbetrokkenheid, een onveranderd aantal VB, maar betere risicoselectie met minder secundaire sectio’s.

 

Gezamenlijke besluitvorming over de plaats van de bevalling ‘De ervaring van de cliënten’. Desirée de Ruiter, Eline Oude Hassink en Anouk Banda, 4e jaars studenten verloskunde, Verloskunde Academie Rotterdam
foto-Desiree-de-RuiterGezamenlijke besluitvorming (GB) is belangrijk bij het toepassen van vraaggerichte zorg en leidt tot een grotere cliënt tevredenheid. Onderzocht is wat cliënten verstaan onder GB, in hoeverre dit wordt toegepast in de praktijk tijdens het keuzeproces van de plaats van de bevalling en wat de invloed is van GB op dit keuzeproces. Het model van Elwyn diende hierbij als leidraad voor de opzet van het onderzoek. Het praktijkonderzoek (focusgroepen/interviews) vond plaats onder 16 zwangeren. Een van de belangrijkste uitkomsten is dat zwangeren GB anders definiëren dan Elwyn. Thema Client - Eline Oude Hassink
Er wordt gezien dat de stappen van het model van Elwyn in grote lijnen worden
doorlopen, maar de volgorde van de fases en de mate van ondersteuning van de zorgverlener afwijken. Geconcludeerd werd dat het model van Elwyn niet goed toepasbaar is bij gezamenlijke besluitvorming tijdens het keuzeproces van de plaats van de bevalling.
Dit onderThema Client - Anouk Bandazoek leidde tot een nieuw model.

 

 

 

Coaching door gespecialiseerde verloskundigen bij angst voor de bevalling en een traumatische bevallingservaring. Jasmijn Vlasblom PA, klinisch verloskundige,
Medisch Centrum Alkmaar
Als Thema Client - Jasmijn Vlasblomafstudeeronderzoek voor de Master Physician Assistant Klinisch Verloskundige te Rotterdam verrichtte de onderzoekster kwalitatief onderzoek naar ervaringen van vrouwen met coaching door gespecialiseerde verloskundigen, voor het verminderen van angst voor de bevalling en het verwerken van een traumatische bevallingservaring.
Er zijn in dit onderzoek aanwijzingen gevonden dat coaching door gespecialiseerde verloskundigen bij kan dragen aan de verwerking van traumatische ervaringen en vermindering van spanning en angst. De coaching hielp de vrouwen doordat ze erkenning, tijd en aandacht kregen van een specialist in het geboorteproces. De vrouwen kregen nieuwe kennis, inzichten en praktische handvatten, wat leidde tot verandering van gevoelens en een plan van aanpak. Het vergrootte gevoelens van eigenwaarde, autonomie, vertrouwen, kracht en ontspanning. De vrouwen waren ervan overtuigd dat de coaching een positieve invloed had op hun zwangerschap, bevalling en moederschap.

Postertour 2: thema Cliënt (sessieleider: Trees Wiegers)

Postertour van opvallende presentaties rondom dit thema met korte presentaties van de onderzoekers zelf. Een ideale manier om in kort tijdsbestek een goede indruk van de aanwezige posters te krijgen.

Samen voorbereiden is het halve werk? Onderzoek naar de rol van de partner rondom de bevalling. Marlies Galema, verloskundige (np), S.A.F.E mentor.( www.safe-programm.de ), Bringing Baby Home Educator ( www.gottman.com )
Postersessie Client - Marlies GalemaZij ontwikkelde o.a. de cursus Prettig Bevallen en verricht onderzoek ,i.s.m. Vrije Universiteit Amsterdam, naar de beleving en interactie van ouders rond¬om de bevalling en de mogelijke effecten daarvan op verloop en beleving van de bevalling en de overgang naar het ouderschap.De rol van de partner is nog niet vaak belicht. In deze presentatie en het onderzoek wordt gekeken naar de effecten van partner steun op de het verloop en de beleving van de bevalling, waaronder angst voor de bevalling.

Zwanger en moe? Beweeg je fit! 
Astrid Merkx, European MSc., verloskundige en docent, Academie Verloskunde Maastricht
Poster Thematour 2 - Astrid Merx
Tijdens de zwangerschap gaan veel vrouwen minder bewegen met het risico op ongunstige zwangerschapsuitkomsten. Wij onderzochten in hoeverre Nederlandse gezonde zwangere vrouwen minder gaan bewegen en welke factoren hiermee verband houden. De helft (51,6%) van de 455 gezonde Nederlandse zwangere vrouwen bewogen tijdens de zwangerschap minder, terwijl ze wel meer zouden willen bewegen. Pijn, moeheid en het advies om minder te bewegen bleken factoren die overwonnen dienden te worden. Het lijkt helpend als de verloskundige de beweegrichtlijnen communiceert met zwangere vrouwen en samen met hen zoekt naar passende vormen van bewegen, waarbij wordt ingegaan op de barrières die vrouwen ervaren.

Zwangerschapsgerelateerde angst en algemene angstige of sombere stemming in relatie tot de keuze voor plaats van bevalling: een secundaire data-analyse van de DELIVER-studie.
Anke B. Witteveen, PhD, GZ-psycholoog en docent/onderzoeker, AVAG
Postersessie Thematour 2 - Anke Witteveen
Het afnemend aantal thuisbevallingen in Nederland suggereert een verband tussen de keuze voor plaats van bevalling en psychologische factoren zoals angst voor de baring. Uit analyse van prospectieve data (meetmomenten bij resp. 20 en 37 wkn.) van 2854 laag-risico zwangeren uit het DELIVER-cohort blijkt o.a. dat zwangerschapsgerelateerde angst (PRAQ-R) en angstige/sombere stemming (EQ-6D) geassocieerd zijn met geplande plaats van bevalling in nulli- en multiparae. Ook bleek verandering van geplande plaats van bevalling in de zwangerschap geassocieerd met (veranderingen in) angst en stemming tijdens de zwangerschap. Bij geïnformeerde besluitvorming rondom plaats van bevalling lijkt mate van maternale angst van belang.

Transmurale teamtraining en het effect op patiënt-gerapporteerde kwaliteit van zorg.
Sophie Truijens MSc., psycholoog-onderzoeker, Máxima Medisch Centrum
Poster Thematour 2 - SophieTruijensEerder onderzoek naar kwaliteit van geboortezorg liet zien dat vrouwen die worden doorverwezen tijdens de zwangerschap de kwaliteit van zorg als minder goed beoordelen dan vrouwen die in dezelfde instelling zorg blijven ontvangen. Betere samenwerking tussen de 1e en 2e lijns zorgverleners zou dit mogelijk kunnen verbeteren. In Brabant is een heel VSV in teamverband getraind in een medisch simulatiecentrum in Eindhoven. Na het trainen van 75 zorgverleners in multiprofessionele teams van kraamverzorgenden, 1e en 2e lijns verloskundigen, artsen en ambulance personeel bleek de score op de PCQ-kwaliteit van zorg vragenlijst significant beter dan voorafgaand aan de transmurale teamtraining.

Is er een verband tussen persoonlijkheid en de manier van bevallen?
Elke Slagt-Tichelman MSc., docent verloskunde, promovenda RUG Huisartsengeneeskunde, Midwifery Science, AVAG (samen met Annemaj Kuipers, verloskundige en Tessa Holink, verloskundige in opleiding) Poster Thematour 2 - Elke Slagt
‘Is er een verschil in persoonlijkheid tussen vrouwen met een spontane partus en vrouwen met een kunstverlossing (vacuümextractie, forcepsextractie, primaire- of secundaire sectio) in de Nederlandse populatie?’ De persoonlijkheidsdimensies zijn neurotisme, extraversie, altruïsme, openheid en consciëntieusheid. De invloed hiervan op zwangerschapsuitkomsten is nauwelijks onderzocht. Methode: onderzoekspopulatie komt uit de  Pregnancy, Anxiety and Depression studie.  Van 1136 zwangeren (eerste/ tweede lijn) in Nederland zijn de  basiskarakteristieken, persoonlijkheidsdimensies (NEO-FFI) gemeten in de zwangerschap en de manier van bevallen d.m.v. de LVR. Resultaten:  Deze studie laat geen verschil zien in somscores per persoonlijkheidsdimensie tussen de groep met een spontane partus  en de groep met kunstverlossing. Discussie: Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de invloed van de verschillende facetten per persoonlijkheidsdimensie een grotere invloed kunnen hebben dan de persoonlijkheidsdimensies als geheel.