-
De haalbaarheid, betrouwbaarheid en prognostische validiteit van een nieuw prenatale risico score kaart: de Rotterdam Reproductive Risk Reduction (R4U).
Begindatum: juli 2009
Einddatum: juni 2014 -
Lower Uterine Segment study (LUS)
Begindatum: juli 2013 inclusies AMC
Planning tot uitbreiding multicenter: januari 2014 -
Niet-invasieve prenatale test: gevolgen voor de counseling, geïnformeerde besluitvorming en het prenatale screeningsbeleid (De ESPRIT-studie)
december 2012 – december 2014
-
De (niet-)geïnformeerde beslissing van specifieke groepen zwangere vrouwen rondom deelname aan prenatale Downscreening en het structureel echoscopisch onderzoek (SEO)
augustus 2013 – afgerond in 2014
-
Markers of UncomPlicated Pregnancies In the 1st Trimester: MUPPIT-studiarkers of UncomPlicated Pregnancies In the 1st Trimester: MUPPIT-studie
Lopend onderzoek, gestart in 2008
-
TRIDENT-1 study: Trial by Dutch laboratories for Evaluation of Non-Invasive Prenatal Testing (NIPT) bij zwangeren met verhoogd risico
Begindatum: april 2014
Einddatum: april 2016 -
Onderzoek naar depressieve en angstsymptomen in de zwangerschap en de invloed daarvan op zwangerschapsuitkomst en zorgconsumptie
Begindatum: oktober 2014
Einddatum: mei 2016 -
Risk EStimation for PrEgnancy Complications to provide Tailored care (RESPECT-studie)
december 2012 – juni 2016
-
Study on Adequate identification of the term Fetus At Risk due to Intra uterine growth restriction: SAFARI-studie
september 2012 – september 2016
(2 jaar inclusie, 2 jaar follow-up) -
POM: Preconceptioneel dragerschaponderzoek Op Maat
oktober 2013 – oktober 2016
-
Failure to progress during the first stage of labor
Begindatum: oktober 2014
Einddatum: oktober 2016 -
External validity and impact of first-trimester obstetric prediction rules in the Netherlands
december 2012 – december 2016
-
Het ontwikkelen en valideren van Perinatal Fear Beliefs Scale
Begindatum: 2013
Einddatum: 2016 -
Joining forces against joint risks: structured care for vulnerable families in the Southwest Netherlands.
Startdatum: 01-01-2013
Einddatum: 01-05-2017
-
Epidemiologie van neonatale herpes in Nederland
Februari 2016 – Mei 2017
-
Wikken en wegen: de betekenis van gewicht en gewichtstoename in de eerstelijns zorg voor zwangere vrouwen
Begindatum: januari 2008
Einddatum: 31 mei 2017 -
Procesmonitoring prenatale screening infectieziekten en erytrocytenimmunisatie (PSIE) 2015
juli 2016 – juni 2017
-
Implementing a risk prediction tool in obstetric care; EXPECT 2
01-08-2017 t/m 31-08-2019
-
De (kosten) effectiviteit van een online interventie (MamaKits) voor zwangere vrouwen met stress, depressieve en/of angstklachten
Begindatum: maart 2014
Einddatum: De inclusie in januari 2017 afgerond. Het onderzoek loopt nog tot 10 weken na de bevalling van de laatste vrouw uit de controlegroep. Dat is naar verwachting in september van dit jaar. (2017) -
De app ‘Gezond werken tijdens de zwangerschap’
Start: december 2014
- 1e fase: ontwikkeling app en nascholing: 18 maanden
- 2e fase: Proces en effect evaluatie van gebruik van de applicatie in vier VSV’s in combinatie met multidisciplinaire nascholingsbijeenkomsten: 18 maanden.
Einddatum: december 2017
-
IRIS-studie (IUGR risk selection study)
april 2013 – april 2018
-
Healthy Pregnancy 4 All-2: zorg voor én na de geboorte, een gezamenlijke aanpak door geboortezorg, public health en jeugdgezondheidszorg
1 mei 2014 – 1 mei 2018
-
ALPHA-NL, screening ongunstige opgroei-omstandigheden in de zwangerschap (ZonMw-project)
1 oktober 2016 tot 1 juni 2019
-
De beste start voor de kwetsbare kraamvrouw en haar kind
1 december 2016 – 1 december 2019
-
TRIDENT-2 studie: Proefimplementatie van de niet-invasieve prenatale test als eerste screeningstest
1 april 2017-1 april 2020
-
Omphalocele Outcome Prediction by Ultrasound Screening and omphalocele measurement (OOPUS)
Begindatum: oktober 2013
Einddatum: – -
Vroegdiagnostiek van galwegatresie met behulp van de ontlasting kleurenkaart en de ontlasting kleuren app
Begindatum: januari 2014
Einddatum: onbekend -
Meconium Aspiratie Controle studie (MAC studie) Studie naar observatieduur bij pasgeborenen met meconiumhoudend vruchtwater
De inclusie is gesloten: Er zijn uiteindelijk 289 patiënten geïncludeerd en helaas niet de beoogde 800. Dit had vooral logistieke redenen en gebrek aan tijd en geld. Toch zijn de resultaten zeker interessant en momenteel werken wij aan een publicatie. Recent zijn de uitkomsten ook gepresenteerd op het jaarcongres van de NVK.
De huisarts Mijnlieff stelde in 1891 voor om in de laatste maanden van de zwangerschap bij elke vrouw de urine op eiwit te onderzoeken met de bedoeling om daarmee dreigende eclampsie op te sporen (Kloosterman, 1973).
Later werd ontdekt dat overmatige gewichtstoename en hoge bloeddruk voorbodes zijn voor zwangerschapsintoxicatie. Dat was feitelijk het begin van de preventieve verloskundige zorg.
Een normale zwangerschap en baring gaven in Nederland geen recht op ziekenhuisopname op kosten van de zorgverzekeraar (het ziekenfonds). Vrouwen zonder medische indicatie worden geacht thuis te bevallen. Bij een medische indicatie worden de kosten wel gedekt. Kloosterman publiceerde in 1973 een lijst met medische indicaties. Deze lijst heeft jarenlang gediend als leidraad voor de plaats van bevalling. Later werd deze lijst vervangen door de verloskundige indicatielijst (VIL) (CVZ, 2003). Bij specifieke medische en/of verloskundige risico’s geeft de VIL aanbevelingen voor zorg in de eerste of in de tweede lijn, of voor een vorm van onderlinge samenwerking. De doelstelling van deze lijst is daarmee aanmerkelijk breder dan de Kloostermanlijst. Sindsdien wordt steeds duidelijker dat ook niet-medische risicofactoren kunnen leiden tot ongunstige zwangerschapsuitkomsten, zeker wanneer sprake is van risicostapeling (Bonsel et al., 2010). Ook is de dichotomie tussen laag en verhoogd risico ter discussie gesteld (Bonsel et al., 2010; Amelink, 2011). De VIL-lijst is nu aan aanpassing toe. Daarvoor is wetenschappelijk onderzoek nodig.
In het subhoofdstuk 3.3 worden dertien studies gepresenteerd die vrijwel alle gaan over risicoselectie. De centrale vraag is welke risicofactoren een onafhankelijke invloed hebben op de zwangerschapsuitkomst. De onderzoekers hanteren verschillende indicatoren voor ongunstige zwangerschapsuitkomsten, waaronder maternale morbiditeit (o.a. sectio Caesarea), perinatale mortaliteit en morbiditeit.
Predictiemodellen en screeningsinstrumenten zijn bedoeld om vrouwen te identificeren die extra zorg nodig hebben. Ondanks het vele onderzoek op het terrein van risicoselectie is het ‘ideale’ risico-identificatiemiddel niet gevonden. Soms worden zwangere vrouwen – achteraf – onnodig aangemerkt als ‘hoogrisico’ en krijgen behandelingen die – achteraf – onnodig zijn. Anderzijds kan de risicobenadering tot verdriet en boosheid leiden als de zwangere vrouw wordt beschouwd tot de categorie met een laag risico, terwijl – achteraf – blijkt dat haar zwangerschap een ongunstige afloop heeft. Om deze redenen wordt het welbevinden van (aanstaande) moeder door enkele onderzoekers bestudeerd.
Interpretatie van de onderzoeksbevindingen is vaak lastig, deels vanwege de onmogelijkheid dit soort onderzoek te blinderen. Zwangere vrouwen die door bijvoorbeeld nieuwe serummakers tot ‘hoogrisico’ worden geclassificeerd krijgen vervolgens een interventie die een eventuele ongunstige uitkomst teniet doet. Daarmee ontkracht de interventie het ongunstige effect van de ‘risicofactor’. Hoe riskant zijn risicofactoren eigenlijk? Grootschalige onderzoeken zijn nodig, waarbij verschillende medische, biochemische, echoscopische, psychosociale en -culturele risicofactoren in hun onderlinge samenhang worden bestudeerd, zodat voor de individuele zwangere zorg-op-maat kan worden geleverd.
Dr. Hajo Wildschut
Gynaecoloog, Westfriesgasthuis
Drs. Adja Waelput
Programmadirecteur Healthy Pregnancy 4 All, Erasmus MC
Referenties
- Amelink-Verburg MP. The role of primary care midwives in the Netherlands. Evaluation of midwifery care in the Dutch maternity care system: a descriptive study. Amsterdam: Uva, 2011. Proefschrift
- Bonsel GJ, Birnie E, Denktas S, Poeran J, Steegers EAP. Lijnen in de perinatale sterfte. Signalementstudie zwangerschap en geboorte 2010. Rotterdam: Erasmus MC, 2010.
- CVZ. Verloskundig Vademecum. Diemen: CVZ, 2003
- Kloosterman G.J. De voortplanting van de mens. Leerboek voor obstetrie en gynaecologie. Bussum: Uitgeversmaatschappij Centen, 1973