Europese Fibronectine Studie – EuFis
Geplaatst op
Vroeggeboorte komt wereldwijd voor in ongeveer 5-13% van de zwangerschappen en is de voornaamste oorzaak van perinatale sterfte en neonatale morbiditeit. Indien er sprake is van een dreigende vroeggeboorte worden vrouwen behandeld met weeënremmers en corticosteroïden. Veel van deze vrouwen blijken echter niet op korte termijn te bevallen. Om onnodige opnames en overbehandeling te voorkomen is het van belang om goed te kunnen voorspellen welke vrouwen wel en welke niet op korte termijn gaan bevallen. Voor deze voorspelling worden verschillende testen gebruikt, maar het is nog onduidelijk wat de meest optimale strategie is. De kwantitatieve fibronectine test kan mogelijk bijdragen in de voorspelling van vroeggeboorte.
In deze Europese multicenter cohort studie wordt bij 500 zwangere vrouwen met een amenorroeduur tussen de 24 en 34 weken en tekenen van dreigende vroeggeboorte naast de standaard diagnostiek ook een kwantitatieve fibronectine test afgenomen. De primaire uitkomstmaat is bevalling binnen 7 dagen na inclusie.
Doel
Het evalueren van de toegevoegde waarde van een kwantitatieve fibronectine test om het optreden van vroeggeboorte te voorspellen bij vrouwen met een dreigende vroeggeboorte.
Vraagstelling/hypothese
Wat is de voorspellende waarde van de kwantitatieve fibronectine test, in combinatie met cervixlengte meting en/of het vaginaal toucher bij vrouwen met een dreigende vroeggeboorte?
Relevantie
Een optimalisatie van de risicoselectie bij vrouwen met een dreigende vroeggeboorte kan leiden tot een betere selectie van vrouwen die wel of geen baat hebben bij een ziekenhuisopname en medicamenteuze therapie.