Transfusion strategies in women during Major Obstetric Haemorrhage (TeMpOH-1)
Geplaatst op
Major obstetric haemorrhage (MOH) is de belangrijkste oorzaak van ernstige maternale morbiditeit. Jaarlijks zien we in Nederland meer dan 800 vrouwen met MOH. Hoewel massale transfusies bij MOH van levensbelang zijn, is het nog onduidelijk op welk moment en op welke manier de verschillende bloedcomponenten het beste kunnen worden toegediend.
De CBO richtlijn Bloedtransfusie adviseert bij massaal bloedverlies om erytrocyten, plasma en trombocyten te transfunderen in een vaste verhouding, bijvoorbeeld 3:3:1. Dit advies is geformuleerd naar aanleiding van observationele studies, veelal in de traumatologie, die een overlevingsvoordeel hebben laten zien bij het toepassen van dergelijke transfusiestrategieën. Aan deze studies kleven echter belangrijke methodologische beperkingen. In deze landelijke, observationele studie zullen verschillende transfusiestrategieën met elkaar worden vergeleken, om te bepalen of het vroeg toedienen van plasma en/of trombocytentransfusies bij vrouwen met MOH de maternale mortaliteit en ernstige maternale morbiditeit vermindert.
Doel
Het optimaliseren van het transfusiebeleid bij massaal bloedverlies rondom zwangerschap en geboorte.
Vraagstelling/hypothese
Leidt het vroeg toedienen van plasma en/of trombocyten bij vrouwen met major obstetric haemorrhage tot minder maternale mortaliteit en ernstige maternale morbiditeit dan het toedienen van deze componenten in een later stadium van de behandeling?
Relevantie
Door het bepalen van het optimale moment om te starten met het corrigeren van stollingsproblemen bij major obstetric haemorrhage zou het optreden van maternale mortaliteit en ernstige maternale morbiditeit (arteriële embolisaties, peripartum uterusextirpaties en IC-opnames) voorkomen kunnen worden en zouden de juiste bloedproducten bij de juiste patiënten op de juiste momenten kunnen worden toegediend.