Monitoring en evaluatie van het programma Healthy Pregnancy 4 All-2 (HP4All-2): een sluitende aanpak door verloskundige- en jeugd(gezondheid)zorg
Geplaatst op
De periode voor de conceptie en de eerste drie maanden van de zwangerschap zijn kritische perioden voor de gezondheid van het kind bij de geboorte én voor de kansen op een optimale ontplooiing op latere leeftijd.
Deze gezondheidssituatie is niet gelijk verdeeld: vrouwen in achterstandswijken en hun kinderen hebben een groter risico op sterfte en ziekte in de periode rond de geboorte en kort daarna. Medische én niet-medische factoren zoals leef- en omgevingsomstandigheden of psychosociale problematiek binnen kwetsbare gezinnen, spelen hierin een rol. Via zorgexperimenten zet Healthy Pregnancy 4 All-2 zich in voor goede (keten)zorg en het creëren van een continuüm binnen de verloskundige zorg, kraamzorg, jeugdgezondheidszorg en interconceptie zorg. Het doel is om bij te dragen aan een goede start bij de geboorte en goede groei- en ontwikkelingskansen in de eerste periode na de geboorte binnen voornamelijk kwetsbare gezinnen.
Doel
Monitoring en evaluatie van het landelijke programma Healthy Pregnancy 4 All, op zowel proces- als uitkomstmaten in 9 gemeenten waarin experimenten worden ingezet op het gebied van:
- interconceptiezorg
- kraamzorg
- jeugdgezondheidszorg
- het bereiken van hoog-risicogroepen
Vraagstelling/hypothese
- In welke gemeenten is de perinatale gezondheid (sterfte en morbiditeit) en de gezondheid van jonge kinderen, onderscheiden naar deelgemeenten/buurten, hoger dan gemiddeld?
- Hoe verlopen de zorgexperimenten in dedeelnemende gemeenten en wat zijn de succes- en faalfactoren bij de implementatie van deze zorgexperimenten?
- Hoe veranderen de gezondheidscijfers rondom de geboorte en tot op 2-jarige leeftijd na de implementatie van deze zorgexperimenten?
Relevantie
De gezondheidssituatie rondom de geboorte is niet gelijk verdeeld:
vrouwen in achterstandswijken en hun kinderen lopen een groter risico op sterfte en ziekte rond en kort na de geboorte, met gevolgen op latere leeftijd en in volgende generaties. Zorgbeleid en lokaal gemeentelijk beleid kunnen samen een rol spelen bij het aanpakken van deze problematiek door meer samenwerking, betere signalering en zorg op maat. Binnen de experimenten wordt aangesloten bij bestaande afspraken en initiatieven in zowel de zorg als de gemeenten. Dit kan op wijk- en buurtniveau de verbinding versterken tussen verloskundige zorg, kraamzorg, publieke gezondheidszorg en jeugdgezondheidszorg. Via monitoring en evaluatie worden de slaag- en faalfactoren voor de invoering van de zorgexperimenten geïdentificeerd. In de analyse worden praktische-, bestuurlijke- en zorgfactoren in acht genomen. De ontwikkelde kennis zal worden ontsloten naar andere gemeenten in Nederland.
Conclusies
Het in kaart brengen van perinatale gezondheidsverschillen tussen en in gemeenten, de gesprekken over het vroeg tegengaan van gezondheidsverschillen, de trainingen en de ingezette zorginnovaties hebben bijgedragen aan een grotere bewustwording over de invloed van sociale omgevingsfactoren op zwangerschapsuitkomsten én over de eigen mogelijkheden van professionals om hier iets aan te doen.
Gemeenten en zorgverleners hebben samen stappen gezet om ‑ over de grenzen van het eigen domein heen ‑ gezondheidsverschillen bij de geboorte aan te pakken. In dit proces kregen gemeenten te maken met partijen in de geboortezorgketen met wie zij geen directe relatie hadden, en vice versa. Van de JGZ is gevraagd om ten tijde van grote veranderingen in de JGZ en in het sociale domein ook aandacht te besteden aan de gezondheid van ouders en toekomstige kinderen.
Dit soort veranderingen gaat niet vanzelf. Het projectteam, gemeentelijke projectleiders, managers en leidinggevenden van organisaties, enthousiaste professionals en andere change agents (of verandermanagers) hebben gezamenlijk HP4All-2 geïntroduceerd, afspraken gemaakt en de zorginnovaties voorbereid en uitgevoerd.
De programma’s HP4All-1 en HP4All-2 hebben laten zien dat een gezonde start bij de geboorte een gedeelde verantwoordelijkheid is van geboortezorg, wethouders, gemeenten, preventieve zorg en het sociale domein.