Verbetering nodig in de samenwerking tussen kraamzorg en JGZ voor verantwoorde geboortezorg

Geaggregeerd rapport IGZ

De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft een meerjarig toezichtonderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de geboortezorg in Nederland. Onderdeel hiervan was een deelonderzoek naar de kwaliteit van de samenwerking tussen kraamzorg en jeugdgezondheidszorg (JGZ).

Essentiële elementen in deze samenwerking zijn signalering van problemen, actie om adequate ondersteuning te realiseren en een goede overdracht zodat informatie niet verloren gaat. De inspectie toetste de samenwerking aan de hand van deze drie aspecten. Ze heeft daartoe in juni 2013 alle kraamzorg- en JGZ-organisaties een vragenlijst gestuurd en aanvullend een aantal bezoeken aan organisaties gebracht.

De inspectie constateert dat kraamzorg- en JGZ-organisaties vaak geen samen-werkingsafspraken hadden, noch structurele overleggen die de samenwerking ondersteunen.

Signalering van problemen vond over het algemeen wel plaats, waarbij vaak ook het intakegesprek van de kraamzorg tijdens de zwangerschap als signaleringsmoment werd benut. Maar hierbij werd vaak niet het op dit moment best beschikbare signaleringsinstrument gebruikt. Veel organisaties gebruikten een eigen instrument of alleen de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Wanneer signalering niet volgens een gestructureerde, gevalideerde systematiek verloopt bestaat het risico dat problemen niet voldoende gesignaleerd worden. Hierdoor worden de mogelijkheden van vroege interventie onvoldoende benut.

Voor gesignaleerde problemen beschikten organisaties over het algemeen over een goede werkwijze om de juiste ondersteuning te bieden. De meeste organisaties kenden ook het zorgaanbod bij andere zorgverleners.

De overdracht van de kraamzorg naar de JGZ voldeed op meerdere onderdelen niet aan de norm. Deze overdracht, die een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van kraamverzorgende en verloskundige, was op veel plaatsen niet structureel ingebed. De overdrachten bevatten niet alle onderdelen die het Standpunt Gegevens-overdracht van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid voorschrijft. De JGZ op haar beurt controleerde de ontvangen overdrachten in veel gevallen niet op volledigheid, of nam wanneer deze niet volledig was, geen contact op met de kraamzorg om de ontbrekende gegevens te verkrijgen.

Hieruit concludeert de inspectie dat signalering en overdracht niet voldoen aan de beschikbare normen en dat de samenwerking tussen de kraamzorg en JGZ moet verbeteren. Dit is een risico voor het niet voldoende herkennen van de zorgbehoefte en het inzetten van adequate hulp. Juist voor kwetsbare gezinnen kan dit grote gevolgen hebben.

De inspectie ziet bij de zorgverleners een grote gedrevenheid om goede zorg te willen leveren en de bereidheid daartoe extra inspanningen te doen. Partijen lijken zich echter nog onvoldoende bewust van elkaar en van de meerwaarde die betere samenwerking in het voorkomen van risico’s zal hebben.

Begin 2014 ontvingen alle kraamzorg- en JGZ-organisaties een rapport met bevindingen op regioniveau, met daarbij de opdracht om de onderdelen die nog niet aan de norm voldeden te verbeteren. De betrokken beroeps- en brancheorganisaties stellen op verzoek van de inspectie een verbeterplan op om het veld te onder-steunen bij het implementeren en borgen van de normen.

Type

Rapport(age)

Publicatie datum

17/06/2014