Programma – Hoe kunnen 1e lijns medici worden aangezet tot wetenschappelijk onderzoek?

Dr. H.W. Kersten – Directeur onderwijs ACTA

Gegeven de situatie van de opleiding verloskunde die op het niveau van het hoger beroepsonderwijs functioneert en geen onderzoektraditie kent, wat zijn dan de mogelijkheden om onderzoek van de grond te krijgen, zodanig dat na verloop van tijd sprake is van eenĀ disciplinaire onderzoekidentiteit. Het bevorderen van onderzoek in de verloskunde op zich zelf zal niet automatisch leiden tot het herkennen van de opleiding verloskunde als een aan onderzoek gerelateerde, dan wel wetenschappelijke opleiding. Dat komt omdat het aan de verloskunde grenzende medisch specialisme de opdracht en daarmee de middelen heeft om onderzoek te bedrijven over de volle breedte van de gynaecologie. Zou binnen dat primaat de onderzoekfocus worden verlegd richting verloskunde dan zal dat op het conto van de Geneeskunde worden bijgeschreven en niet leiden tot erkenning van de verloskunde als een op onderzoek drijvende discipline. Hoe kan dit dan wel? Zijn er wellicht andere disciplines die een soortgelijke ontwikkeling hebben meegemaakt, waarvan kan worden geleerd? Het aantal opleidingen in het hbo zowel als in het wo is de afgelopen jaren explosief toegenomen. Schijnbaar uit het niets zijn er nieuwe ontstaan. Soms is dat ook daadwerkelijk het geval en zo snel als ze zijn ontstaan, verdwijnen ze vaak ook weer. Veel van de meer bestendige opleidingen in het wo komen voort uit het hbo en zijn op zekere hoogte te vergelijken met de verloskunde. Bij die disciplines kunnen vormen van good practice liggen in het ontwikkelen van eigen onderzoeklijnen.

In de voordracht zal worden ingegaan op de mogelijkheden en onmogelijkheden om eigen onderzoek van de grond te krijgen waarbij gebruik gemaakt zal worden van de ervaringen van andere opleidingen.