Programma – Sessie B: Multidisciplinair onderzoek

Hennie Wijnen (AVM), Elbert-Jaap Schipper (GGZ Friesland),
Greta Rijninks (AMC/ABCD-onderzoek), Marlein Ausems (AVM), Stans Verschuren (SROV)

* Download hier de PowerPoint presentatie van Sessie B


Sessie B1 door Dr. Hennie Wijnen
Het laatste onderzoek waar ik als eerstelijns verloskundige aan meewerkte had een verrassende uitkomst. Kinderen, met een moeder die aan het begin van de zwangerschap lage normaalwaardes van het schildklierhormoon fT4 had, scoorden lager in hun ontwikkeling (neurologische en motorische) op een- en tweejarige leeftijd. Volgde de vraag: “Als kinderen een ontwikkelingsachterstand hebben op die leeftijd, hebben ze dat dan niet ook al in de zwangerschap?”. Totdat de foetus zelf voldoende schildklierhormoon aanmaakt, wordt maternaal schildklierhormoon gebruikt voor de aanleg van hersenen en bot. Bij volwassenen is schildklierhormoon verantwoordelijk voor de spiertonus. De hypothese is dat baby’s zelf een actieve rol spelen bij het draaien van stuitligging naar hoofdligging (zwangerschap) en bij de inwendige spildraai (geboorte). Speelt de maternale schildklierfunctie een rol in het aantal kinderen in stuitligging bij 36 weken zwangerschap en het aantal kinderen met afwijkende hoofdligging bij de geboorte?

Sessie B2 door Elbert-Jaap Schipper
In ongeveer 20% van alle zwangerschappen treden complicaties op. Naast somatische risicofactoren lijken psychologische en sociale factoren betrokken te zijn bij het ontstaan van zwangerschapscomplicaties. Doelstelling: Voorspellen van zwangerschapscomplicaties vanuit het samenspel tussen psychologische, sociale en somatische risicofactoren. Onderzoekspopulatie: Zwangere vrouwen die voor controle komen naar de polikliniek van het Medisch Centrum Leeuwarden of van het VUMC, of naar verloskundige-praktijken in dezelfde regio’s. Opzet: In het eerste trimester vullen deelneemsters een serie vragenlijsten in, gericht op persoonlijkheid, sociale factoren, angst en depressie. Symptomen van angst en depressie worden vervolgens maandelijks gemeten, bij 32 en 36 weken in combinatie met sociale factoren. Bij een steekproef van deelneemsters wordt een diagnostisch interview afgenomen. Resultaten: Inmiddels zijn ongeveer 300 vrouwen geïncludeerd. De resultaten worden verwacht in de loop van 2008.

Sessie B3 door Greta Rijninks
Mijn promotie-onderzoek heeft als voorlopige titel de ABCD-AMC-Audit Study oftewel Tripple A Study van de kwaliteitscyclus: Audit-Awareness-Accountability. Het betreft een studie naar perinatale mortaliteit en morbiditeit die plaats zal vinden binnen het prospectief verzamelde ABCD cohort. De onderzoeksmethode is een geblindeerde perinatale audit door een multidisciplinair team. Perinatal audit in Nederland heeft zich tot nu gericht op perinatale mortaliteit. Aangenomen wordt dat mortaliteit het topje van de ijsberg is en dus representatief is voor gehele verloskundige zorg, De vraag is of deze aanname klopt. De ziektelast van andere uitkomsten kan ook groot zijn, welke substandaard zorg vind je daar? Of bij een goede uitkomst? Dit heeft geleid tot het formuleren van ons onderzoeksdoel: het doen van een case-control perinatal audit naar zowel perinatale sterfte als andere ongunstige uitkomsten. De “adverse events” met de grootste incidentie en impact zijn: laag geboortegewicht, vroeggeboorte en geboren worden met een lage apgar.

Sessie B4 door Dr. Marlein Ausems
Roken tijdens de zwangerschap vergroot de kans op gezondheidsproblemen bij zowel de foetus/pasgeborene als bij de moeder. Dit is voor vrijwel iedereen een bekend gegeven. Tijdens de intake polst de verloskundige bij de zwangere of ze rookt en in hoeverre de zwangere gemotiveerd is om te stoppen. Vervolgens informeert de verloskundige de rokende zwangere over de mogelijkheden om te stoppen met roken. Een gemotiveerde zwangere reageert meestal positief op de ondersteuning van de verloskundige, dit blijkt uit succesvolle stoppogingen. Maar vaak verloopt de ondersteuning bij het stoppen met roken bij minder gemotiveerde zwangeren niet zo succesvol. Als verloskundige wil je ook de minder gemotiveerde rokende zwangere bereiken en optimaal begeleiden. Evidence-based inzichten vanuit o.a. de gezondheidsvoorlichting bieden perspectief. Hoe kunnen deze inzichten efficiënt en grootschalig binnen de verloskundige zorg worden toegepast zonder dat de overige verloskundige taken in het gedrang komen? Welke rol speelt de verloskundige in dit proces?