Sylvia Vijgen promoveerde op 3 oktober op haar onderzoek naar de kosteneffectiviteit van beleid bij hoog-risicozwangerschappen. Voordat ze de verschillende interventies bekeek, bepaalde ze eerst de kwaliteit van kosteneffectiviteitsstudies in de verloskunde en gynaecologie tussen 1997 en 2009. De conclusie luidt dat de kwaliteit van economische evaluaties in de verloskunde en gynaecologie de afgelopen tien jaar aanzienlijk is verbeterd, maar er is nog steeds ruimte voor verbetering.

En dan de kosteffectiviteit van de ingrepen zelf. Vijgen vindt het voordeliger is om in te leiden bij vrouwen die tijdens de zwangerschap te maken krijgen met hoge bloeddruk of pre-eclampsie. De medische uitkomsten zijn vrijwel gelijk aan die van niet-ingeleide bevallingen.

Dat ligt anders voor zwangerschappen waarbij het kind een groeivertraging heeft. Uit economische analyse blijkt dat tot 38 weken zwangerschap het beste een afwachtend beleid kan worden gevoerd, na 38 weken is het aan te bevelen de zwangerschap in te leiden. En wat te doen bij het vroegtijdig breken van de vliezen? Ook dan heeft wachten de voorkeur. Inleiden verkleint niet de kans op bloedvergiftiging bij de pasgeborene, maar verhoogt wel de medische kosten.

De meest volledige versie van het proefschrift kunt u hier downloaden.

Aan de zijkant kunt u de PDF van de samenvatting uit het proefschrift downloaden.