Originele titel:
Corpus Uteri Malignancies in The Netherlands since the 1980’s: Registry based studies of trends in incidence and outcome

Baarmoederkanker komt steeds vaker voor, met name bij vrouwen van 60 jaar en ouder. In 1990 waren er in Nederland 1.000 gevallen van baarmoederkanker, terwijl dit aantal in 2010 blijkt te zijn verdubbeld. De komende jaren wordt een verdere toename verwacht. De verklaring voor die groei heeft deels te maken met leefstijl. Gynaecoloog-oncoloog Dorry Boll onderzocht de ontwikkeling van  baarmoederkanker onder Nederlandse vrouwen in de periode sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw. In haar studie zijn meer dan 30.000 vrouwen met baarmoederkanker betrokken, afkomstig uit de Nederlandse kankerregistraties.

Uit het onderzoek blijkt dat maar een relatief kleine groep vrouwen lijdt aan een ongunstige vorm van baarmoederkanker of een ver gevorderd stadium van die ziekte heeft. In die groep blijkt de sterfte onverminderd hoog. De inspanningen moeten voor deze groep worden gericht op toepassing van meer uitgebreide vormen van chirurgie, meer nabehandeling met chemotherapie, radiotherapie en het inzetten van nieuwe behandelingen zoals target therapie en immuun modulatoren. Echter, een groot deel van de vrouwen is te oud en fragiel om dergelijke behandelingen goed te verdragen. De kwaliteit van leven en beheersbaarheid van de ziekte moeten dan de belangrijkste leidraad worden voor de keuze van behandeling.

De grootste groep vrouwen heeft echter een vorm van baarmoederkanker die een goede prognose heeft en goed behandelbaar is. Maar deze vrouwen blijken vaak te dik, lijden vaker aan suikerziekte en hebben te kampen met hart- en vaatziekten. Het te dik zijn belemmert het herstel na de behandeling van de baarmoederkanker. Deze sterk met leefstijl samenhangende factoren blijken vaker het overlijden van deze vrouwen te veroorzaken dan de baarmoederkanker zelf.