Nederlandse laag-risico vrouwen kunnen zelf de plaats van de bevalling kiezen. Om de besluitvorming ten aanzien van plaats van bevalling zo optimaal mogelijk te faciliteren wilden de auteurs het besluitvormingsproces zo goed mogelijk begrijpen.

De onderzoekers kozen het 3 staps- gezamenlijke besluitvormingsmodel van Elwyn om de data analyse te modelleren. Het model identificeert de verloskundige als de partner in het keuzeproces en de zwangerschap als de periode van besluitvorming.

Er werden 16 laag-risico zwangeren geïnterviewd met een gemiddelde zwangerschapsduur was 23 (SD 3,49, 27-38) weken. Negen participanten waren zwanger van hun eerste kind. Zwangeren met een plaats indicatie voor de partus werden geëxcludeerd van deelname.

Drie thema’s waren conform de stappen van het besluitvormingsmodel: (stap 1) de keuzemogelijkheid, (stap 2) het bespreken van de opties en, (stap 3) de beslissing. Vrouwen waren zich bewust van hun keuzes voordat zij de verloskundige ontmoetten. De keuzemogelijkheid werden samen met de opties door de verloskundige merendeel tijdens de intake besproken. De beslissing over waar zij wilden bevallen hadden de participanten echter al genomen voorafgaande aan het eerste contact met de verloskundige. Zij toetsten deze beslissing aan het einde van de zwangerschap. Haar mening beïnvloedde echter niet hun keuze.

Vrouwen identificeerden hun eigen partner als partner in het keuzeproces. Dit leidde tot het vierde thema: eigenaarschap van de beslissing. Vrouwen maken de keuze als koppel en aanstaande ouders. In het geval van een spoed situatie of complicaties mag de verloskundige ingrijpen in de keuze.

De auteurs concluderen dat het besluitvormingsproces niet allen plaatsvindt tijdens de zwangerschap maar ook al voor deze periode. De verloskundige heeft een minder actieve rol in het keuzeproces dan de partner.