De frequentie van tweelinggeboortes varieert wereldwijd tussen populaties. De twee-eiige tweelingen maken het verschil, het aandeel eeneiige tweelingen is over de hele wereld gelijk, namelijk vier per 1000 geboorten.

Als oorzaak voor het verschil in frequentie wordt algemeen aangenomen het genetische verschil tussen populaties. Afname van de frequentie binnen populaties wordt verklaard door de hogere leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen en afname van het aantal zwangerschappen per vrouw (de pariteit).

In de 70-er jaren van de vorige eeuw was de frequentie van tweelinggeboortes relatief hoog in verschillende Afrikaanse landen, middelmatig in Europa en Noord Amerika, en laag in (Oost) Azië. Met de opkomst van geassisteerde reproductie in de jaren 90 is de frequentie toegenomen. De onderzoekers brachten in kaart hoeveel tweelinggeboortes er wereldwijd waren tussen 2010 en 2015 en hoe dit is veranderd ten opzichte van de periode 1980-1985. Zij verzamelden gegevens van respectievelijk 165 landen (2010-2015) en 112 landen (1980-1985).

Wereldwijd werd een toename in tweelinggeboortes gevonden van 9.1/1000 in de 80-er jaren naar 12.0/1000 in de periode 2010-2015. Daarbij valt op dat de verdeling van het aantal tweelinggeboortes over de populaties veranderd is. Waar in de 80-er jaren vooral de hoge frequenties in sub-Sahara Afrika, Europa en Noord Amerika bepalend waren voor het totaal, tellen in de periode 2010-2015 ook andere gebieden mee.

Er werden meer dan 15/1000 tweelinggeboortes gemeten in landen als USA, Canada, Israël, Zuid Korea, Taiwan, Europese Unie en bijna alle Afrikaanse landen. Alleen in de armere regio’s in Latijns Amerika en Zuid (-Oost) Azië kwam de frequentie van tweelinggeboortes onder het globale gemiddelde van 12/1000.

De onderzoekers benadrukken het belang van registratie van tweelinggeboortes en geassisteerde reproductie. Met deze cijfers kan een inschatting gemaakt worden van de (extra) belasting van zorgsystemen door bijvoorbeeld de vraag naar specialistische hulp bij tweelingzwangerschappen en de verhoogde kans op vroeggeboortes.