Een “minder dan goed” ervaring tijdens de bevalling kan effect hebben op de vroege interactie tussen moeder en kind en significant van invloed zijn op het emotioneel welzijn van een vrouw op zowel korte als lange termijn. Daarom is er in deze Nederlandse DELIVER-studie gekeken naar de relatie tussen cliënt en zorg gerelateerde factoren (waaronder: demografische gegevens, pariteit, gevoel van controle tijdens de baring, wijze van bevallen, depressie en angst post partum) en de ervaring van intra-partum verloskundige zorg met als doel om verloskundigen inzicht te geven over hoe zij mogelijk de zorg die zij geven kunnen verbeteren.

Er zijn 2377 vrouwen geïncludeerd waarvan 194 (8%) vrouwen de verloskundige zorg tijdens de bevalling als “minder dan goed” hebben beoordeeld. De ervaring van de verloskundige zorg tijdens de bevalling werd gemeten met behulp van een vragenlijst die gemiddeld zes weken postpartum ingevuld werd. Hierin werd de vraag gesteld om de zorg die gegeven is door je verloskundige te beoordelen met een cijfer van één tot tien. Waarbij een “minder dan goed” ervaring gedefinieerd is als een cijfer van één tot en met zeven en een “goed tot best mogelijk” ervaring als een cijfer van acht tot en met tien.

In multivariate analyse hadden vrouwen een hogere kans op het ervaren van verloskundige zorg als “minder dan goed” wanneer zij een ongeplande sectio (OR 2.21; 1.19-4.09) of kunstverlossing (OR 1.55; 1.08-2.23)hadden. Ook bij vrouwen met een gevoel van minder controle tijdens de ontsluitingsfase (OR 0.98; 0.97-0.99) en uitdrijvingsfase (OR 0.98; 0.97-0.99) was die kans verhoogd.

De onderzoekers concluderen dat verloskundigen mogelijk hun zorg kunnen verbeteren door deze nog meer te laten aansluiten bij de cliënt. Dit zou kunnen door extra aandacht te geven aan het gebruik van strategieën die het gevoel van controle tijdens de baring kunnen vergroten in het bijzonder bij vrouwen die een kunstverlossing of een sectio krijgen.