‘Wat zijn mijn taken en verantwoordelijkheden bij de beoordeling of een vrouw wel of geen vaginale bevalling kan hebben na een eerdere sectio?’, ‘Welke zwangere heeft de hoogste prioriteit om gezien te worden door de gynaecoloog?’en ‘Bel ik de gynaecoloog nu thuis of red ik het nog een half uurtje, wetende dat hij dan toch al in huis is?” Vragen die een klinisch verloskundige dagelijks op haar bord krijgt en die aan de orde kwamen tijdens het symposium ‘De klinisch verloskundige 2.0, een nieuwe beroepsgroep?’ De functie klinisch verloskundige is niet meer weg te denken uit de organisatiestructuur van de moderne verloskunde. Inmiddels werken er meer dan 700 klinisch verloskundigen in Nederlandse ziekenhuizen.

De NVOG vindt het belangrijk dat gynaecologen en klinisch verloskundigen hun organisatorische en inhoudelijke samenwerking structureel bespreken. Voorts wil de NVOG klinisch verloskundigen een podium bieden voor bij- en nascholing en streeft zij naar meer uniformiteit in kennis- en opleidingsniveau. Het organiseren van een symposium voor deze doelgroep was een lang gekoesterde wens van veel gynaecologen en klinisch verloskundigen. Met dank aan de NVOG-pijler Foetomaternale Geneeskunde (FMG) is deze dag op 14 december jl. tot stand gekomen.