In ruim tien jaar universitaire Masteropleiding Verloskunde UvA-AMC zijn er 101 verloskundigen afgestudeerd als MSc Verloskunde, is ruim 20% doorgestroomd naar een promotietraject en zijn de eerste drie alumni inmiddels gepromoveerd.

De MSc Verloskunde UvA-AMC heeft, in de relatief korte tijd dat zij bestaat, eerst als uitstroomrichting van de MSc EBP en later als zelfstandige universitaire opleiding, de doelen bereikt waarvoor zij werd opgericht. De toenmalige minister van VWS, Els Borst, achtte academisering van verloskundigen een verantwoordelijkheid van de Rijksoverheid. Zij nam in 2000 het advies over van de door haar ingestelde Stuurgroep Modernisering Verloskunde om de opleiding tot verloskundigen op termijn te academiseren. Vanwege het grote belang van meer onderbouwing van de eerstelijns verloskunde stelde zij alvast vijf miljoen gulden subsidie beschikbaar voor het oprichten van de MSc Verloskunde. Hierdoor zouden eerder afgestudeerde verloskundigen op korte termijn kunnen academiseren waardoor het broodnodige kader zou ontstaan dat het eerstelijns onderzoek vlot zou kunnen trekken en dat als voortrekker kon fungeren voor de implementatie van het evidence based denken en doen in de bacheloropleidingen en in de beroepsgroep. Aan deze beslissing was een lang traject voorafgegaan waarin, behalve de Stuurgroep Modernisering Verloskunde, ook de door minister van VWS ingestelde Werkgroep Positionering Opleiding (1994) en de Projectgroep Academisering Fysiologische Verloskunde (december 1997) tot dezelfde conclusie waren gekomen, namelijk dat er meer wetenschappelijk onderzoek naar de fysiologische verloskunde nodig was en dat het handelen in de eerstelijns verloskundige zorg nader onderbouwd moest worden.