Een exponentiële toename van allergische aandoeningen in de Westersewereld heeft geleid tot veelvuldig onderzoek naar de ontstaanswijze en de mogelijke preventie hiervan. Ondanks resterende leemtes in kennis bestaat er in Nederland wel consensus over (een aantal) primair preventieve maatregelen. Deze staan beschreven in de standaarden voor het consultatiebureau en de huisartsen. De rol van de verloskundige in deze primaire preventie is onduidelijk. Door middel van een schriftelijke enquête onder alle 438 verloskunde praktijken in Nederland is geprobeerd meer inzicht te krijgen in het huidige kennisniveau van verloskundigen met betrekkingtot de mogelijkheden van preventie van allergie en de in de praktijk geadviseerde maatregelen.