Bij vrouwen met een tubaire EUG die een indicatie hebben voor een chirurgische behandeling, is het onzeker of salpingotomie voordelen biedt ten opzichte van salpingectomie, als in de toekomst een zwangerschap gewenst is. Salpingotomie behoudt de tuba, maar verhoogt mogelijk het risico op persisterende trofoblast (PT) en herhaalde ipsilaterale EUG. Salpingectomie vermijdt deze risico’s, maar laat slechts een tuba over. De European study on Surgery in Ectopic Pregnancy (ESEP) onderzocht dit dilemma.

We voerden een gerandomiseerde gecontroleerde trial uit bij hemodynamisch stabiele vrouwen met een tijdens de operatie bevestigde tubaire EUG, waarbij salpingotomie met salpingectomie werd vergeleken (ISRCTN37002267 – NTR115). Vrouwen zonder kinderwens, vrouwen zwanger na IVF en vrouwen met een EUG zonder contralaterale tuba of met contra laterale tubapathologie werden niet geïncludeerd.

Tussen september 2004 en november 2011 werden 454 vrouwen geïncludeerd, van wie 221 lootten voor salpingotomie en 233 voor salpingectomie. De gemiddelde leeftijd was 31 jaar (SD 6) in beide groepen. Op het moment van schrijven van dit abstract waren de follow-upgegevens beschikbaar van 348 vrouwen (82%). De mediane tijd tot een spontane doorgaande zwangerschap was 21 maanden (95% BI 15-27) na salpingotomie en 17 maanden (95% CI 8 tot 26) na salpingectomie; log-rank-test p = 0,54 (Chi2 = 0,37, df 1); FRR 0,91 (95% CI 0,67 tot 1,23). PT deed zich voor in 13 (5,6%) vrouwen in de salpingotomiegroep versus een vrouw (0,5%) in de salpingectomiegroep (RR 14, 95% CI 1,8 tot 104). Acht vrouwen (3,6%) in de salpingotomiegroep hadden een nieuwe EP ten opzichte van vier vrouwen (1,7%) na salpingectomie (RR 2,1, 95% CI 0,64 tot 6,9).

Vrouwen met een tubaire EUG en een normale contralaterale tuba worden niet sneller spontaan zwanger van een doorgaande zwangerschap na een salpingotomie in vergelijking met een salpingectomie. Salpingotomie leidt vaker tot PT en mogelijk ook vaker tot een recidief EUG.