Vrouwelijke partners van barende moeders (niet-barende moeders) kunnen ook perinatale angst en depressie ervaren. In verband met de aanzienlijke impact hiervan en de stijgende geboortecijfers onder LHBTQIA+-gemeenschappen onderzochten Engelse onderzoekers in deze kwalitatieve studie ervaringen van zeven niet-barende moeders met zelf gediagnosticeerde perinatale angst en depressie.

Zes thema’s

De werving vond plaats online en bij lokale vrijwilligers- en ondersteuningsnetwerken voor LGBTQIA+-gemeenschappen en bij netwerken gerelateerd aan perinatale angst en depressie. Interviews werden persoonlijk, online of telefonisch afgenomen. Uit de analyse komen zes thema’s naar voren, hieronder beschreven.

Thema’s verbonden met perinatale angst en depressie

Drie thema’s zijn verbonden met het ervaren van perinatale angst en depressie. Het eerste thema was ‘gevoelens van mislukking en ontoereikendheid in de nieuwe rol’. Ook kwam ‘machteloosheid en ondraaglijke onzekerheid’ tijdens hun opvoedingstraject naar voren. Deze gevoelens werden wederzijds beïnvloed door percepties van de ‘legitimiteit van stress als een niet-barende ouder’, die van invloed was op het zoeken naar hulp.

Stressoren

Thema’s vier en vijf zijn stressoren die bijdroegen aan deze ervaringen verbonden met perinatale angst en depressie. De stressoren waren:
1. ‘Ouderschap zonder’ verschillende punten als een ouderrolmodel, sociale erkenning en veiligheid, en ouderlijke verbondenheid.
2. ‘Veranderde relatiedynamiek’ met hun partner.

Vooruitgaan in het leven

Het laatste thema waar de deelnemers over spraken was ‘Vooruitgaan’ in hun leven.

Overeenkomsten met vader-literatuur

Sommige bevindingen komen overeen met de literatuur over perinatale angst en depressie bij vaders, inclusief de nadruk die ouders leggen op het beschermen van hun gezin en het ervaren van dienstverlening gericht op de biologische ouder.

Stigma

Andere bevindingen leken alleen geldig of versterkt voor LHBTQIA+-ouders, zoals bijvoorbeeld het ontbreken van een gedefinieerde en sociaal erkende rol; stigma met betrekking tot angst en depressie en stigma rondom homofobie. Ook ervaren zij vaker stigma met betrekking tot seksualiteit en zijn zij bang voor meer toezicht. Verder gaven de deelnemers aan uitsluiting te ervaren van heteronormatieve gezondheidszorgstelsels en het belang dat gehecht wordt aan biologische verbondenheid.

Context van belang voor reproductieve keuzes

Niet-barende moeders hebben ervaringen in het leven gehad die van invloed zijn op beslissingen op het gebied van kinderwens, zwangerschap, geboorte en ouderschap. Zij geven aan dat deze context van belang is voor reproductieve keuzes, naast het medische gedeelte.

Implicaties voor de praktijk

Volgens de onderzoekers is cultureel competente zorg1 Cultureel competente zorg heeft vijf elementen: 1. waardering van diversiteit, 2. capaciteit voor culturele zelfevaluatie, 3. bewustzijn van de dynamiek die optreedt als culturen op elkaar inwerken, 4. institutionalisatie van culturele kennis en 5. de ontwikkeling van aanpassingen in de dienstverlening, die het begrip voor de diversiteit tussen en binnen culturen weerspiegelen. Deze vijf elementen moeten tot uiting komen op elk niveau van het systeem van dienstverlening. nodig om minderheidsstress aan te pakken en diverse gezinsvormen te herkennen. Reflecteren op in hoeverre je cisgender2 https://nl.wikipedia.org/wiki/Cisgender en heteronormatief3 https://nl.wikipedia.org/wiki/Heteronormativiteit bent, kan een eerste stap zijn. Verder kunnen zorgverleners zorgen dat ze meer inclusief en partner-inclusief zijn rondom diverse gezinsformaties en zorgen voor family centered interacties.

Implicatie voor opleiders

Opleiding en training zijn nodig voor toekomstige zorgverleners. Ook voor huidige zorgverleners zou de culturele competentie betreffende LGBTQIA+ gezinnen bevorderd mogen worden.