Bevallingen worden steeds vaker gepland door het inleiden van de baring of door een keizersnede. In westerse landen wordt momenteel een op de drie bevallingen ingeleid en een op de vier is een geplande keizersnede.

Deze Australische dwarsdoorsnede studie onderzocht of er verband was tussen de karakteristieken van vrouwen met een geplande bevalling, hun opvattingen over bevallen en hun ervaringen met gezamenlijke besluitvorming over de inleiding of primaire sectio. Het gezamenlijke besluitvormingsproces vond plaats in het derde trimester van de zwangerschap. Antwoorden van vrouwen met een inleiding en primaire sectio werden vergeleken.

Van de 340 vrouwen die de vragenlijst invulden, had 56% een inleiding en 44% een primaire sectio. De geplande bevallingen vonden merendeels (75%) plaats op aanbeveling van de gynaecoloog of verloskundige, 25% van de vrouwen verzocht zelf om de geplande baring. De steekproef bestond voor 44% uit primiparae en 56% uit multiparae, 20% had een niet-Kaukasische achtergrond en 57% werd begeleid in een continuïteit van zorgmodel.

Veel respondenten (90.4%) vinden dat zij ondersteund zijn door de gynaecoloog of verloskundigen in het maken van een beslissing. Zij geven aan dat de voor- en nadelen van een geplande baring voldoende besproken worden (77.1%), zij voldoende informatie krijgen (81.1%), er voldoende tijd is om na te denken (90.8) en om vragen te stellen (92.3%).

Vrouwen die een sterke aanbeveling krijgen om de bevalling te plannen, vinden dat ze eigenlijk geen ‘echte keuze’ hebben (p <.001). Vrouwen met een andere culturele achtergrond rapporteren minder goede ervaringen met gezamenlijke besluitvorming (p .009) en voelen zich vaker gedwongen een keuze te maken die de gynaecoloog of verloskundige hen voorlegt (p .004).

Vrouwen in een continuïteit van zorgmodel hebben vaker een positieve ervaring met gezamenlijke besluitvorming (p <.003). Er zijn geen verschillen in gezamenlijke besluitvormingservaringen tussen primiparae en multiparae. Vrouwen die een inleiding kregen zijn meer overtuigd dat een vaginale baring een verrijkende levenservaring is dan vrouwen met een geplande keizersnede (p <.001). Vrouwen met een geplande keizersnede rapporteren vaker positieve ervaringen met gezamenlijke besluitvorming dan vrouwen met een inleiding (p <.001).

De auteurs concluderen dat bij een geplande bevalling meer aandacht is voor gezamenlijke besluitvorming bij vrouwen die moeten beslissen over de keuze van een inleiding en voor vrouwen met verschillende culturele achtergronden. Het is belangrijk dat zorgverleners zich er meer bewust van zijn dat deze vrouwen het aanbevelen van een geplande baring kunnen ervaren als een dwingend advies.