Een depressie treft ongeveer 12% van de vrouwen tijdens hun zwangerschap en 7% na de bevalling, terwijl een posttraumatische stress-stoornis (PTSS) na een bevalling optreedt bij 1-2% van de vrouwen. Hierdoor wordt niet alleen het welzijn van deze vrouwen geschaad, maar ook de hechting tussen moeder en kind en de relatie met de partner. In tegenstelling tot wat algemeen gedacht wordt kan de geboorte van een kind ook leiden tot psychische problemen en psychiatrische aandoeningen bij de vader. Het psychisch welzijn van beide ouders kan van invloed zijn op de ouder-kindrelatie en het gedrag en de emotionele ontwikkeling van het kind.

De onderzoekers stelden zich tot doel door middel van een prospectief longitudinaal onderzoek de prevalentie van, en de risicofactoren voor, PTSS na de bevalling en depressie te evalueren bij partners van vrouwen met pre-eclampsie (PE) en vrouwen met voortijdig gebroken vliezen (PPROM) en vergeleken dit met ongecompliceerd verlopende zwangerschappen. Tevens zochten zij naar een relatie tussen de symptomen bij vrouwen en de symptomen bij hun partners. Tijdens de zwangerschap (t1) was de prevalentie 6% (PTSS) en 4% (depressie) voor de partners van de patiënten, en 0% (PTSS) en 3% (depressie) voor de partners van vrouwen zonder zwangerschapscomplicaties. Zes weken na de bevalling (t2) was de prevalentie 3% voor PTSS en 5% voor depressie onder de partners van patiënten, en 0% voor zowel PTSS als depressie voor de partners in de controlegroep. In tegenstelling tot de verwachtingen, werden geen significante verschillen gevonden tussen partners van patiënten en partners in de controlegroep (t1: p = 0,28 voor PTSS en p = .34 voor depressie; t2: p = 0,08 voor PTSS en p = 0,31 voor depressie). Voor partners van patiënten was de correlatie tussen de PTSS en depressie somscores 0,48 (p <0,001) op t1 en .86 (p <0,001) op t2. Daarnaast was de correlatie tussen de somscores van vrouwen en hun partner op de PTSS- en depressievragenlijsten laag en niet significant tijdens de zwangerschap, maar sterk na de bevalling (PTSS: r = 0,62, p <0,001; depressie: r = 0,59, p < 0,001). Voor partners van patiënten bleken symptomen van PTSS en depressie op t2 samen te hangen met symptomen van PTSS en depressie op t1, PTSS en depressie bij de vrouw op t2, en met een kortere zwangerschapsduur op moment van bevallen, perinatale sterfte en hogere leeftijd van de partner. Deze bevindingen pleiten, in elk geval bij PE en PPROM, voor een systeemgerichte aanpak met niet alleen aandacht voor het welzijn van de nieuwe moeder maar ook voor dat van haar partner.