Verleners  van  verloskundige  hulp worden  vaak  benaderd  door  zwangeren wanneer  deze minder  foetale  lichaamsbewegingen  voelen.  Vermindering  van de kracht of frequentie van foetale bewegingen wijst mogelijk  op  foetale  nood  of  foetale  afwijkingen.  In het  algemeen  blijkt  er  na  onderzoek  sprake  te  zijn van  een  goede  foetale  conditie  en  kan  de  patiënte gerustgesteld  worden.  De  positief  voorspellende waarde van het voelen van verminderd leven op het vinden van afwijkingen is slechts 4%. In onderstaande drie casus beschrijven we het klinische beeld en beloop van  foetomaternale  transfusie in de zwangerschap vanuit de recente praktijk. Omdat foetomaternale transfusie zich in de praktijk met een wijd spectrum van klinische verschijnselen presenteert,  is  het  soms moeilijk  om  dit  beeld  vast  te stellen,  vooral wanneer niet alle  testen beschikbaar zijn.

Bij een zwangere in het derde trimester, die verminderd foetaal leven voelt, dient er naast de anamnese ook een CTG en een echo naar het biofysich profel met metingen  van  de  Vmax  in  de  ACM  verricht  te worden. Het  is  belangrijk  dat  er  ook  een  Keihauer Betke-test  of  fowcytometrie  ingezet wordt wanneer foetomaternale transfusie wordt overwogen.

Op basis van de bestudeerde literatuur en de hier beschreven casuïstiek geven wij  ter overweging of niet bij elke zwangere met verminderd foetaal leven voelen  in het derde  trimester  standaard  een Kleihauer-Betke-test verricht moet worden.

Leerpunten:
1    Foetomaternale  transfusie  is  moeilijk  vroegtijdig te herkennen en moet steeds onderdeel uitmaken
van de differentiaal diagnose bij een zwangere die verminderd foetaal leven voelt, ook bij het ontbre-
ken van een luxerend moment.
2.   Indien  de  Kleihauer-Betke-test  negatief  is  bij  een patiënte met bloedgroep O, moet men bedacht zijn op een  fout-negatieve uitslag door ABO-antagonisme.
3.   Naast de Kleihauer-Betke-test en het CTG, is echoscopisch  onderzoek  en meting  van  de  fow  in  de ACM, weergegeven als de Vmax, van groot belang bij de diagnostiek naar foetomaternale transfusie.