Bevallen in water is effectief pijnstillend en wordt over het algemeen veilig geacht voor de ontsluitingsfase. Er is echter gebrekkig bewijs voor de veiligheid van het kind bij een bevalling in bad. Deze systematische review onderzocht het verband tussen waterbevallingen en neonatale uitkomsten bij a-terme bevallingen, specifiek in de klinische setting.

De onderzoekers selecteerden 39 studies: naast vijf gerandomiseerde gecontroleerde studies (RCTs), werden twee niet gerandomiseerde gecontroleerde studies (non-RCTs), 21 cohortstudies en 11 gematchte cohortstudies geïncludeerd, waarvan er 34 werden opgenomen in de meta-analyse. Ze beoordeelden het risico op bias in deze studies als matig tot laag.

Er worden geen verschillen gevonden tussen waterbevalling en conventionele bevalling voor de volgende neonatale uitkomsten: schouderdystocie, APGAR-score na 5 minuten, reanimatiebehoefte, navelstreng-pH, hypothermie, neonatale infectie of pneumonie, ademhalingsproblemen, NICU-opname en neonatale sterfte. De review kan geen eenduidige uitspraak doen over de APGAR-score na 1 minuut en de kans op afscheuren van de navelstreng.

De onderzoekers concluderen dat er geen bewijs is voor hogere risico’s op slechtere neonatale uitkomsten bij een waterbevalling dan bij een conventionele bevalling in de klinische setting en dat een waterbevalling veilig is. Een belangrijke verklaring daarvoor zoeken zij in het feit dat zorgverleners kennelijk goed in staat blijken om een suboptimale foetale conditie tijdig te herkennen en daarop te handelen en vrouwen dan uit bad te halen. Wel is nader onderzoek nodig naar de vraag voor welke specifieke subgroepen vrouwen een badbevalling veilig is.