Hepatitis B is de meest voorkomende virale infectieziekte

in de wereld. De overdracht gebeurt voornamelijk van
moeder op kind. Door screening in de zwangerschap
worden jaarlijks enkele honderden ‘nieuwe’ hepatitis B
draagsters gevonden. Preventie door actieve en passieve
vaccinatie van de pasgeborene is meestal effectief.
Echter, bij een zwangere met een hoge virusload kan de
pasgeborene toch geïnfecteerd raken.
In de afgelopen jaren is ervaring opgedaan met behandeling
van vrouwen tijdens de zwangerschap. Door behandeling
kan de virusload verlaagd worden en de kans op
verticale transmissie wordt daarmee kleiner. Om dit
mogelijk te maken is het belangrijk dat de zwangere
die een hoge hepatitis B virusload heeft, nog tijdens de
zwangerschap bij de maag-, darm- leverspecialist of
infectioloog komt. De behandeling tijdens de zwangerschap
is vastgelegd in een behandelrichtlijn voor chronische
hepatitis B van de Vereniging voor maag-, darm- en
leverartsen. Daarnaast zijn de volgende richtlijnen aan –
gepast zodat de diverse richtlijnen beter op elkaar aansluiten:
De NHG-standaard ‘virushepatitis en andere
leveraandoeningen M22’, het LCI-protocol ‘hepatitis B’,
bijlage I, en de ‘Checklist verloskundig hulpverleners
bij zwangerschap van hepatitis B draagsters’. Het CIbdraaiboek
‘Hepatitis B immunisatie bij zuigelingen van
hepatitis B draagsters’ is eveneens herzien. Voor de verloskundige
betekent het herziene beleid dat zij nagaat of
een HBsAg positieve zwangere ook HBeAg positief is.
Een hoge virusload treedt namelijk vrijwel alleen op als
het HBeAg positief is. Vervolgens ziet de verloskundige er
op toe dat deze HBeAg positieve vrouw verwezen wordt
naar een specialist met ervaring met behandeling van
hepatitis B. Door aanpassing van de richtlijnen wordt
meer aandacht gegeven aan de zorg voor de zwangere

zelf en kan de kans op verticale transmissie nog lager
worden.

 

Tegenwoordig is het mogelijk om zwangere vrouwen die
besmet zijn met het HBV en een hoge virus load hebben,
te behandelen. Deze behandeling kan al tijdens het
derde trimester van de zwangerschap worden gestart.
Naast de gezondheidswinst voor de aanstaande moeder
op langere termijn, zijn er ook voordelen voor het kind.
De passieve en actieve immunisatie slaan beter aan
wanneer de pasgeborene durante partu niet in aanraking
is geweest met een hoge virus load.
De behandeling van de zwangere vrouw moet worden
gestart door een specialist die gespecialiseerd is in het
behandelen van hepatitis B. Verloskundig zorgverleners
hebben de taak hepatitis B geïnfecteerde zwangeren
goed te informeren en door te sturen naar de specialist.
De zorg voor de pasgeborene is zeer goed vastgelegd en
gewaarborgd, maar de zwangere lijkt tussen wal en
schip te vallen. De aanpassingen in de richtlijn moeten
zorgen dat de moeder in het juiste behandelingstraject
komt. Op deze manier kunnen wij de continuïteit van de
zorg blijven waarborgen en zorgen wij voor een betere
gezondheid voor moeder en kind.
Dit artikel is mede tot stand gekomen door de inzet van
de werkgroep ‘Hepatitis B en zwanger’. Speciale dank
gaat uit naar mw. drs. M van Dam voor het werk dat ze
in 2007 heeft verricht voor dit project, te lezen in
“Chronische hepatitis B en zwangerschap, zorgverlening
en behandelingsmogelijkheden”. Dit document is op te
vragen bij het Nationaal Hepatitis Centrum (NHC).