Trainingen in acute verloskunde worden door verschillende organisaties aangeboden, zowel gericht op de eerstelijns setting als op de klinische situatie. Veel trainingen zijn gericht op het verbeteren van de medisch-technische vaardigheden van individuele zorgverleners, maar in een acute situatie kunnen juist fouten optreden in de samenwerking binnen een team. Daarom worden ook steeds meer multidisciplinaire teamtrainingen aangeboden. Wat is eigenlijk het effect van dergelijke trainingen? En naar welk effect moet je dan kijken? Een veel gebruikt model voor de evaluatie van trainingen, is dat van Kirkpatrick. Hij onderscheidt vier niveaus waarop het effect kan worden beoordeeld. Het eerste niveau is de tevredenheid over de training, het tweede de toename in kennis, het derde de implementatie van de aangeleerde vaardigheden in de klinische praktijk en het vierde niveau de klinische uitkomsten [1]. Ondanks de toenemende populariteit van trainingen zijn er tot nu toe geen randomised controlled trials (RCT’s verricht) naar het effect van multidisciplinaire obstetrische teamtraining op uitkomsten op de niveaus drie en vier. Deze Nederlandse studie is de eerste RCT die hiernaar kijkt. In dit artikel worden uitkomsten op het derde niveau volgens Kirkpatrick gerapporteerd: het gedrag in de klinische praktijk [2]. Het effect op de klinische uitkomsten zal later gerapporteerd worden.