‘Babysterfte in Nederland zeer hoog’ kopten de kranten en televisiejournaals indecember vorig jaar, toen het Euro-Peristat-rapport uitkwam. En het is waar:vergeleken met 25 andere landen zit Nederland in de top drie van landen metde hoogste perinatale sterfte. Speculaties over een mogelijke ‘toevalstreffer’ enslechte registratie van andere landen, zoals die vijf jaar geleden de ronde dedenna het eerste Peristat-rapport, kunnen nu overboord. De verzameling enverwerking van de gegevens zijn zorgvuldig uitgevoerd en in dit tweede Peristatonderzoekdoen bijna twee keer zoveel landen mee.We moeten de hand in eigen boezem steken en naar specifiek Nederlandseomstandigheden kijken. De artikelen in deze speciale uitgave gaan hierover.De cijfers laten zien dat er in Nederland relatief veel ‘oude’ moeders zijn van 35 jaaren ouder en relatief veel meerlingen worden geboren. Dit zijn risicofactoren, maarze verklaren de verschillen met de rest van Europa niet, zo blijkt uit statistischeanalyses. Ligt het dan aan de thuisbevalling, aan ons verloskundig systeem?Recente studies tonen aan dat de risicoselectie in Nederland naar behorenverloopt en dat baby’s die thuis worden geboren een laag sterfterisico hebben(zie hoofdstuk 3). De thuispartus kan de zwartepiet dus niet krijgen.Waar ligt het dan aan? De Peristat-onderzoekers (van ‘ons’ TNO) kunnen er opgrond van deze en hun eigen gegevens geen antwoord op geven. Ze stellen datwe kritischer naar onze eigen cijfers moeten kijken en meer onderzoek moetendoen om de redenen voor de relatief hoge sterfte te achterhalen (hoofdstuk 10).