Nederland reageerde na de Peristat-I-resultaten aanvankelijk vol ongeloof. Nadatde eerste emotie geluwd was, veegden we vooral ons ‘eigen straatje’ schoon.In de daaropvolgende jaren werden de verloskundige zorgverleners zich steedsbewuster van hun verantwoordelijkheid. Hier speelde ongetwijfeld de introductievan IGZ-indicatoren een belangrijke rol. Hoe sceptisch zorgverleners daaraanvankelijk ook over waren, de introductie leidde tot een sneeuwbaleffect.De maatschappelijke vraag naar transparantie en verantwoording nam toe.Verloskundige zorgverleners hebben een natuurlijke neiging tot openheid.Al jaren wordt er geregistreerd, worden richtlijnen en standaarden geschreven,zijn er perinatale sterftebesprekingen en hebben we beschikking over spiegel -informatie. Toch zochten we verklaringen voor de matige ranglijstpositie vooralbuiten ons zelf. Denk aan ‘onze zwangeren zijn ouder’ en ‘er is geen prenatalescreening in Nederland’.De reacties op Peristat-II waren rustiger. De emotie was duidelijk minder. Eenbelangrijke constatering was dat de perinatale sterfte in Nederland verder wasgedaald, echter minder hard dan in de ons omringende landen. Het beroeps -belang werd geparkeerd, de besturen van NHG, KNOV, NVOG en NVK reageerdenmet overleg over een gezamenlijk persbericht en een gezamenlijk optreden.Een uitstekende ontwikkeling.