Schildklierfunctiestoornissen komen voor bij 2 tot 3 procent van alle zwangere vrouwen en kunnen gepaard gaan met diverse zwangerschapscomplicaties (tabel1) [1]. Hypothyreoïdie wordt zowel binnen als buiten de zwangerschap altijd behandeld met levothyroxine. Naast het verhelpen van de klachten, vermindert levothyroxine ook de met hypothyreoïdie geassocieerde zwangerschapscomplicaties (tabel 2) [2-5].Hyperthyreoïdie tijdens de zwangerschap dient eveneens behandeld te worden, net zo goed als buiten de zwangerschap, omdat hyperthyreoïdie klachten geeft en verband houdt met zwangerschapscomplicaties zoals neonatale hyperthyreoïdie (tabel 3).Maar meestal gaat het bij schildklierfunctiestoornissen tijdens de zwangerschap om subklinische hypothyreoïdie of subklinische hyperthyreoïdie, waarbij wel de concentratie van TSH afwijkend is, maar niet die van vrij thyroxine (FT4).Klinische hyper- en hypothyreoïdie dienen altijd behandeld te worden tijdens de zwangerschap. De meeste richtlijnen adviseren behandeling van subklinische hypothyreoïdie in de zwangerschap, maar een eenduidige definitie van subklinische hypothyreoïdie wordt bemoeilijkt doordat populatiespecifieke referentiewaarden voor TSH in de zwangerschap ontbreken; de betekenis vansubklinische hypothyreoïdie voor de uitkomst van de zwangerschap is bovendien onduidelijk. Ook ontbreekt bewijs dat behandeling met levothyroxine resulteert in betere zwangerschapsuitkomsten.Er is behoefte aan gerandomiseerde prospectieve interventiestudies met klinisch relevante uitkomstmaten voor zowel subklinische hypothyreoïdie als schildklierautoimmuniteit in de zwangerschap. De onlangs gepubliceerde resultaten uit de CATS-studie zijn een eerste aanzet hiertoe. In de komende jaren zullen de resultaten van recent gestarte trials belangrijke nieuwe informatie verschaffen [25].