Perineumletsel waarbij de sluitspier wordt geraakt, is een baringscomplicatie met mogelijk ernstige gevolgen op de korte en lange termijn. Zweeds onderzoek laat zien dat ernstig perineumletsel significant vermindert wanneer de uitdrijving door twee verloskundigen wordt uitgevoerd.

Ernstig perineumletsel voorkomen

Preventieve methoden om ernstig perineumletsel te voorkomen, zoals intrapartum perineum-massage of warme kompressen zijn effectief gebleken. In Zweden gebruikt men preventiemodellen die bestaan uit het steunen van het perineum (‘hands-on’), perineum-massage en warme kompressen. De gedachte achter de modellen is dat het perineum opgerekt wordt door de geboorte van het kind te vertragen.

Tweede verloskundige bij uitdrijving

In deze Zweedse multicenter gerandomiseerde trial werd het effect van ‘twee verloskundigen’ onderzocht. De interventie ‘twee verloskundigen’ hield in dat in de actieve fase van de uitdrijving een tweede verloskundige aanwezig was met als doel bevordering van het toepassen van preventiemodellen door de eerste verloskundige. In de controlegroep werden de modellen ook toegepast, maar was geen tweede verloskundige aanwezig.

Reductie ernstig perineumletsel significant

De onderzoekspopulatie bestond uit vrouwen die voor het eerst vaginaal bevallen waren. In de interventiegroep bevielen 1546 vrouwen spontaan van een kind in hoofdligging, in de controlegroep waren dit er 1513. De analyse werd volgens intention-to-treat uitgevoerd en de reductie van ernstig perineumletsel bleek significant: 3,9% (61 van 1546) in de ‘twee verloskundigen’-groep versus 5,7% (86 van 1513) in de controlegroep (OR 0.69; 95% BI 0.49-0.97). De interventie had geen effect op het ontstaan van eerste-/ tweedegraads rupturen, noch op overige maternale en neonatale uitkomsten.

Gedragsverandering eerste verloskundige

De verklaring voor het gevonden effect haalden de onderzoekers uit de case report formulieren die alle deelnemende verloskundigen bijhielden. Daaruit bleek dat de tweede verloskundige 10 tot 20 minuten in de verloskamer aanwezig was en in ruim een derde van de gevallen actief ondersteunde door bijvoorbeeld communicatie met de barende of hulp bij interpretatie van het CTG. Maar vooral dat de tweede verloskundige een gedragsverandering bij de eerste verloskundige bewerkstelligde door onder andere observatie, peer support en feedback. De gedragsverandering bestond uit het (beter) toepassen van de preventiemodellen.

Effect mogelijk ook in andere settings

De onderzoekers concluderen dat het effect mogelijk ook bereikt kan worden in andere settings dan de Zweedse als een verloskundige door een collega wordt geassisteerd bij de uitdrijving. Het voorkomen van ernstig perineumletsel moet dan een expliciet doel van de assistentie zijn.