Er is geen consensus over de optimale timing van inleiden van de baring bij dreigende serotiniteit om ongunstige uitkomsten te voorkomen. Inleiden van de baring na 41 weken en afwachtend beleid tot 42 weken zijn naast elkaar voorkomende beleidsstrategieën bij ongecompliceerde zwangerschappen. Tussen 2014 en 2016 vond een dwarsdoorsnede onderzoek plaats naar de voorkeuren van vrouwen voor beide strategieën en de samenhang van deze voorkeuren met kwaliteit van leven en angst vrouwen.

Vrouwen met een ongecompliceerde zwangerschap vulden bij een zwangerschapsduur van 41 weken vragenlijsten in over kwaliteit van leven (EQ6D) en angst (STAI-toestand), en een semi-gestructureerde vragenlijst met open vragen over hun motieven voor hun voorkeuren voor inleiden of afwachtend beleid.

Van de 782 uitgenodigde vrouwen reageert 77,2%. Van de vrouwen die reageren heeft 44,7% een voorkeur voor inleiden na 41 weken, 42,1% voor afwachtend beleid tot 42 weken, en 12,2% heeft geen voorkeur. Vrouwen met een voorkeur voor inleiden rapporteren significant meer problemen rond kwaliteit van leven en zijn significant angstiger dan vrouwen met een voorkeur voor afwachtend beleid. De belangrijkste motieven voor inleiden zijn: “veilig gevoel” (41,2%), “zwangerschap duurt te lang” (35,4%) en “weten wat te verwachten” (18,6%). Voor vrouwen met een voorkeur voor afwachtend beleid is het belangrijkste motief: “de wens om zo natuurlijk mogelijk te bevallen” (80,3%).

De onderzoekers concluderen dat bij dreigende serotiniteit de voorkeur van vrouwen voor inleiden van de baring vooral samenhangt met angst en problemen rond kwaliteit van leven en de voorkeur voor afwachtend beleid vooral met de wens voor natuurlijke geboorte. Daarnaast spelen bij beide voorkeuren meerdere motieven. Volgens de onderzoekers kan inzicht in de variatie in voorkeuren en motieven van vrouwen het proces van gezamenlijke besluitvorming ondersteunen.