Toen de resultaten van de TBT ook in Nederland het beleid beïnvloedden, besloten tweedelijns verloskundige Truus Verburgt en collega’s de effecten ervan in hun kliniek, het Amphia ziekenhuis te Breda, te onderzoeken. De NVOG veranderde in 2001 de indicatiestelling voor een sectio caesarea (SC) in de richtlijn ‘stuitligging’. Een SC enkel op indicatie ‘stuitligging’ werd vanaf dat moment verdedigbaar geacht. Hierdoor kwam het landelijke percentage primaire SC bij stuitligging op 61% (LVR-2, 2002). De retrospectieve studie van Verburgt ea[1] bestudeerde alle eenlinggeboorten in stuitligging en hun indicaties in het jaar 1999 en vergeleek ze met die in het jaar 2002 en 2003. De resultaten laten zien dat de TBT en de richtlijn van de NVOG een substantiële beleidsverandering teweeg brachten in Breda.

Referentie
[1]. Verburgt, GHM ea. Sectio caesarea bij aterme stuitligging? Evaluatie van beleidsverandering na de Term Breech Trial. NTOG 2006; 119:16-23.