Sommige vrouwen gebruiken naast de reguliere verloskundige zorg ook alternatieve zorg. Deze prospectieve cohortstudie (DELIVER) onderzocht de frequentie van het bezoek van laag risico zwangeren aan alternatieve of complementaire zorgverleners en welke eigenschappen van deze vrouwen hierop van invloed zijn.

Van de totale groep (n=1.500) bezoekt 9,4% een alternatieve hulpverlener. In de meeste gevallen is dit een manueel therapeut (4,2%) of een acupuncturist (1,3%). Meestal bezoeken de vrouwen deze hulpverlener 1 tot 3 keer, maar de acupuncturist zien zij  4 tot 6 keer.

Er is een aantal beïnvloedende factoren geïdentificeerd. Zo vergroot een aanvullende zorgverzekering  de kans op het gebruik van alternatieve zorg (OR: 3.11; 1.41-6.85). Ook vrouwen die hun gezondheid als slecht tot redelijk beschouwen hebben een grotere kans de alternatieve hulpverlener te bezoeken dan vrouwen die zichzelf als gezond zien (OR: 2.63;  1.65-4.21). Dit geldt ook voor vrouwen met chronische ziekten (OR: 1.93; 1.14-3.27). In tegenstelling tot andere studies vergroten in deze studie ook roken of alcoholgebruik de kans op het gebruik van alternatieve geneeswijzen. De onderzoekers veronderstellen dat vrouwen bij hun pogingen om te stoppen met roken of drinken ook alternatieve geneeswijzen inzetten.

De conclusie is dat zwangere vrouwen alternatieve zorgverleners relatief vaak bezoeken vergeleken met de algemene bevolking, waar het gebruik op 7,5% ligt. Dit ging in tegen de verwachting van de onderzoekers dat de relatief gezonde, eerstelijns populatie zwangere vrouwen juist minder vaak alternatieve zorgverleners zouden bezoeken. Mogelijk hebben deze vrouwen meer behoefte aan alternatieve zorg door zwangerschapgerelateerde kwalen en klachten. Het is belangrijk dat zorgverleners binnen de geboortezorg zich bewust zijn van dit zorggebruik en dit onderwerp met hun cliënten bespreken.