Placentaloslating is verantwoordelijk voor een derde van alle perinatale sterfte, vooral door het negatieve effect op de zwangerschapsduur en foetale groei.

Alcohol consumption during pregnancy and risk of placental abrubtion and placenta previa. Aliyu MH, Lynch O, Nana PN et al. Maternal Child Health Journal 2010;doi 10.1007/s10995-010-0615-6
Directe link naar de samenvatting in Springer Link

Placentaloslating is verantwoordelijk voor een derde van alle perinatale sterfte, vooral door het negatieve effect op de zwangerschapsduur en foetale groei. Placenta previa (voorliggende placenta) draagt vooral bij aan foetale groeivertraging, vroeggeboorte en perinatale sterfte. Er is nog geen consensus over de relatie tussen maternale alcohol­consumptie en placentaloslating of placenta previa.
In een Amerikaans retrospectief cohortonderzoek (1989 – 2005) naar eenling bevallingen werden 1.221.310 vrouwen geïncludeerd, waarvan 15.911 (1,3%) hadden gedronken tijdens de zwangerschap. Rondom de bevalling werd aan de vrouwen gevraagd hoeveel alcohol ze wekelijks hadden gedronken tijdens hun zwangerschap. Niet-drinkende vrouwen werden vergeleken met 3 groepen drinkende vrouwen (aantal glazen per week: 1-2 / 3-4 / 5 of meer).
Placentaloslating trad op bij 0,77% van de vrouwen en placenta previa bij 0,38%. Drinkende vrouwen hadden 33% meer kans op placenta­loslating (OR: 1,33;1,16-1,54), maar niet meer kans op placenta previa. Zij waren gemiddeld ouder en lager opgeleid, vaker multipara, ongetrouwd, en roker, en ontvingen minder vaak adequate prenatale zorg. De auteurs vinden screening en gedrags­counseling noodzakelijk bij zwangeren en vrouwen in de vruchtbare leeftijd om hun alcohol­consumptie te beperken.