Leeuwen M van, Prins SM, Valk HW de et al. Diabetes gravidarum. Behandeling vermindert kans op complicaties. Ned Tijdschr Geneesk 2011;155:A2291
Directe link naar de samenvatting in het Ned Tijdschr Geneesk

Diabetes gravidarum verhoogt de kans op perinatale en maternale complicaties zoals preeclampsie en ‘grote’ baby's (> 4.000 gram of > 90e percentiel). De prevalentie van diabetes gravidarum in Nederland wordt geschat op twee tot vijf procent. Omdat diabetes gravidarum zelden leidt tot symptomen of klachten is screening de enige manier om deze aandoening tijdig te diagnosticeren en te behandelen.
Drie grote onderzoeken hebben aangetoond dat hogere glucosewaarden in de zwangerschap samenhangen met een aantal belangrijke perinatale en maternale uitkomsten en dat detectie en behandeling van diabetes gravidarum effectief zijn.

Wereldwijd zijn er geen uniforme criteria voor diabetes gravidarum. De NVOGrichtlijn ‘Diabetes en zwangerschap’ uit 2006 adviseerde alleen screening in het eerste trimester van de zwangerschap, terwijl de nieuwe richtlijn uit 2010 ook screening adviseert in het tweede trimester. De nieuwe richtlijn adviseert screening in het eerste trimester door bepaling van de nuchtere glucosewaarde of door een random glucosetest.
De richtlijn adviseert om bij vrouwen met risicofactoren voor diabetes gravidarum in het tweede trimester een 75 gram orale glucosetolerantietest te verrichten.

Een inventarisatie van het screeningsbeleid in Nederland (voorafgaand aan de nieuwe richtlijn in 2010), liet zien dat 68% van de 68 deelnemende gynaecologen en 82% van de 92 verloskundigen screent in het eerste trimester en 53% en 65% in het tweede semester. Dat gebeurde meestal bij zwangeren met risicofactoren.

Door een actiever screenings- en behandelbeleid, met de juiste screeningsmethoden, zou het mogelijk moeten zijn om de perinatale en maternale complicaties als gevolg van diabetes gravidarum te verminderen.