Schölmerich VLN, Posthumus AG, Ghorashi H et al. Improving interprofessional coordination in Dutch midwifery and obstetrics: a qualitative study. BMC Pregnancy and Childbirth 2014;14:145. DOI:10.1186/1471-2393-14-145
Directe link naar de volledige gratis versie van het artikel.

Bekend is dat er een belangrijk debat gaande is over de samenwerking tussen de autonome beroepsgroepen in de verloskunde in Nederland, maar er is onduidelijkheid over welke factoren in de samenwerking optimale zorgverlening kunnen belemmeren. Daarom exploreerde dit kwalitatieve veldonderzoek in dertien verloskundige praktijken en zeven ziekenhuizen in de regio Rotterdam de zienswijzen van zorgverleners op hun interprofessionele samenwerking en hun dagelijkse routines. De onderzoekers hielden veertig individuele interviews met dertien eerstelijnsverloskundigen, acht klinische verloskundigen, zeventien gynaecologen en twee assistent-gynaecologen. Bij ieder van deze vier type zorgverleners observeerde de eerste auteur bovendien een dagelijkse werkdag en zij observeerde drie VSV bijeenkomsten en een perinatale audit bijeenkomst.

De onderzoekers registreren uitdagingen op het gebied van gefragmenteerde organisatiestructuren (gescheiden echelons en dossiers), verschillende perspectieven op prenatale gezondheid (fysiologische versus medische benadering, cliënten versus patiënten) en inadequate interprofessionele ­communicatie (gebrek aan ­gemeenschappelijke “taal” en kennis, en ­wederzijds respect en ­vertrouwen). Deze ­uitdagingen beperken de ­zorgverleners in hun samenwerking en het bieden van optimale zorgverlening. ­Bovendien blijkt het nodig dat zwangere vrouwen compenseren voor de suboptimale samenwerking tussen eerstelijnsverloskundigen en klinische zorgverleners. De vrouwen spelen dan een actieve rol in de communicatie tussen de zorgverleners door bij verwijzingen te zorgen voor informatieoverdracht en voor correcties en aanvullingen op informatie. De geïnterviewde zorgverleners zien dit als onwenselijk.

Volgens de auteurs onderstreept de communicatieve rol van de zwangere vrouwen dat de noodzakelijke verbetering van de samenwerking urgent is. De aanbevelingen zijn implementatie van meer multidisciplinaire bijeenkomsten en interprofessionele scholing, herziening van het financieringssysteem, een gezamenlijk verloskundig dossier en het verminderen van verschillen in deskundigheid tussen zorgverleners en cliënten. Toekomstig onderzoek naar samenwerking in de verloskunde zou meer aandacht moeten besteden aan de communicatieve rol die cliënten spelen ter ondersteuning van de interprofessionele samenwerking.