Hodnett ED, Gates S, Hofmeyr GJ et al. Continuous support for women during childbirth. Cochrane Database of Systematic Reviews 2011, Issue 2. Art. No.: CD003766.
DOI: Directe link naar de review in the Cochrane Library

Wereldwijd is in ziekenhuizen continue ondersteuning bij de baring eerder uitzondering dan regel geworden. Deze geactualiseerde Cochrane Review omvat 21 gerandomiseerde gecontroleerde studies in vijftien landen (n= 15.061) naar de effecten van continue één-opéén begeleiding bij de baring vergeleken met standaard zorg. Bovendien werd onderzocht in hoeverre de effecten werden beïnvloed door standaard zorg en beleid, de relatie van de zorgverleners met ziekenhuis en zwangere, en tijdstip begin baring.

Zwangeren in de groep met continue begeleiding bevielen vaker spontaan (RR 1.08;1.04-1.12), gebruikten minder vaak intrapartum analgesia (RR 0.90;0.84-0.97), en rapporteerden minder vaak ontevredenheid (RR 0.69; 0.59-0.79). Zij hadden kortere bevallingen (verschil -0.58 uur;-0.86 tot -0.30), minder sectio’s (RR 0.79; 0.67-0.92), kunstverlossingen (RR 0.90;0.84-0.96), plaatselijke analgesia (RR 0.93;0.88-0.99), en babies met een lage vijf-minuten Apgar score (RR 0.70;0.50-0.96). Er waren geen effecten op andere intrapartum interventies, maternale of neonatale complicaties, en borstvoeding. Continue één-op-één begeleiding leek het meest effectief als deze geboden werd door een vrouw met ervaring of training in begeleiden bij de baring die niet behoorde tot de verloskundige zorgverleners of het persoonlijke netwerk van de zwangere. Een omgeving zonder routinematige beschikbaarheid van epidurale analgesia verhoogde de effecten van continue begeleiding, maar de invloed van het tijdstip waarop de baring begon bleef onduidelijk. De conclusie was dat alle zwangeren continue begeleiding bij de baring zouden moeten krijgen vanwege de klinisch belangrijke voordelen en omdat er geen negatieve klinische effecten bekend zijn.