Op de homepage van Kennispoort Verloskunde staat altijd een prikkelende stelling. De huidige stelling luidt: “Iedere vrouw heeft het recht om zelf te kiezen voor pijnbestrijding tijdens de bevalling.”

Op de homepage van Kennispoort Verloskunde staat altijd een prikkelende stelling. De huidige stelling luidt: “Iedere vrouw heeft het recht om zelf te kiezen voor pijnbestrijding tijdens de bevalling.” Aanleiding vormt de discussie over de concept richtlijn “Pijnbehandeling tijdens de bevalling”, waarin wordt gesteld dat vrouwen recht hebben op een ruggenprik als ze erom vragen, ook al is er geen medische indicatie. Afgaande op de stemming is er onder verloskundigen draagvlak voor deze nieuwe lijn: circa 75% vindt dat vrouwen zelf mogen kiezen voor pijnbestrijding. In België bevalt 66,5% van de vrouwen met een ruggenprik (t.o.v. Nederland: 10%, Duitsland: 23%, Engeland: 24%, VS: 60%).

We vroegen daarom een reactie aan Marlene Reys, voorzitter van de Vlaamse Organisatie van Vroedvrouwen. “De stelling verbergt nuances die wel relevant zijn, zoals: Wat is het kennisniveau van deze vrouwen met betrekking tot pijnstilling, welke begeleiding is tijdens de bevalling aanwezig, zijn er alternatieven aangeboden, wat is de voorgeschiedenis van het individu? Op welke manier is zij voorbereid op de bevalling? Het is in ieder geval van belang dat alle ziekenhuizen over 24-uurs voorzieningen voor epidurale analgesie beschikken. Zo heeft de bevallende vrouw altijd de keuze en hoeft ze niet op voorhand te beslissen. De verloskundige equipe heeft echter veel invloed op de uiteindelijke keuze.

Dat zie ik ook terug in praktijk. In sterk gemedicaliseerde ziekenhuizen, wordt sneller gekozen voor actieve pijnbestrijding. Er zijn in België ziekenhuizen waar 22% epidurale zijn; het hoogste percentage ligt op 82%. Op plaatsen waar de vroedvrouw meer ruimte krijgt, door gedreven zwangerschapsbegeleiding of door het aanbieden van andere dan medicamenteuse pijnbestrijding, wordt vanuit een andere visie naar de bevalling gekeken. Als Vlaamse collega’s delen we graag onze ervaringen omtrent pijnbestrijding met de Nederlandse verloskundigen.”

De stelling voor de komende periode luidt:
Bij een primipara is het van belang om te streven naar continuïteit van de zorg.