Slingerland M, Kroep JR, Liefers G et al. Mammacarcinoom tijdens de zwangerschap. Huidige inzichten in diagnostiek en behandeling. Ned Tijdschr Geneeskd 2012;156:A5286

Directe link naar de samenvatting van het artikel

Ruim vijf procent van de vrouwen bij wie borstkanker wordt geconstateerd is jonger dan veertig jaar. Dit treedt in Nederland steeds vaker op bij zwangere vrouwen door de maatschappelijke trend om zwangerschap uit te stellen tot latere leeftijd. In Nederland stelt men jaarlijks bij 20-60 zwangere vrouwen borstkanker vast. Het stellen van de diagnose ‘borstkanker’ is bij zwangere vrouwen moeilijker door veranderingen in de borsten als gevolg van de zwangerschap en door beperkte diagnostische mogelijkheden tijdens de zwangerschap. Na de diagnose is een volledige behandeling met chirurgie, radiotherapie en chemotherapie tijdens de zwangerschap mogelijk, zonder noemenswaardige belasting voor de foetus. Dit geldt zelfs vroeg in de zwangerschap. Ondanks deze relatief goede mogelijkheden van behandeling tijdens de zwangerschap zijn er ook risico’s, zoals schade bij de foetus door bestraling.

Voor de vrouw is uitgebreide psychosociale begeleiding nodig. Hierbij is een persoonlijk multidisciplinair advies belangrijk over de baten en risico’s voor de moeder én de risico’s van diagnostiek en behandeling voor het kind. Over de langetermijngevolgen voor het kind van chemotherapie tijdens de zwangerschap bestaan nog weinig gegevens, maar op korte termijn is dit zeker veilig. Advies tot zwangerschapsafbreking om die reden is dan ook niet gerechtvaardigd. De behandeling is afhankelijk van het ziektestadium en de zwangerschapstermijn (bijvoorbeeld de keuze tussen een borstsparende therapie of een mastectomie).

Als een vrouw met borstkanker adequaat behandeld wordt, beïnvloedt zwangerschap de prognose zeer waarschijnlijk niet. Zwangerschap na behandeling van borstkanker heeft geen nadelig effect op de kans op een recidief. Er zijn zelfs aanwijzingen dat een volgende zwangerschap de kans op een recidief vermindert.