Transfer to hospital in planned home births: a systematic review, Blix E, Kumle M, Kjærgaard H et al. BMC Pregnancy and Childbirth 2014, 14:179  DOI:10.1186/1471-2393-14-179
Directe link naar de volledige gratis versie van het artikel

Het is bekend dat bij vrouwen die thuis bevallen minder interventies plaatsvinden dan in een ziekenhuis; maar is de veiligheid gegarandeerd? Het doel van deze review is om te kijken hoeveel vrouwen en kinderen durante partu verwezen worden, met welke indicatie en om hoeveel ‘spoedverwijzingen’ het gaat. Data zijn verzameld tussen september en oktober 2012 (update december 2013) in Medline, Embase, Cinahl, Swemed en Cochrane. Er voldoen vijftien artikelen aan de inclusiecriteria, in totaal 215.257 participanten.  Zij startten de bevalling in een geplande thuissituatie. Onder ‘thuis’ wordt in de studies zowel verstaan: als onderdeel van een integraal geboortesysteem als in de echte thuissituatie met een verloskundige.

Het grootste aandeel in de review heeft een Nederlandse studie met 168.618 participanten (78% totaal). De andere studies varieerden van 70-16.848 participanten. Nulliparae worden tussen de 22,5 – 56,3% verwezen; multiparae tot 3,6%. Verwijzingen durante en postpartum variëren in de studies tot 31,9%. De meeste verwijzingen zijn durante partu vóór de geboorte van het kind: tot 24,1% met als indicatie meestal ‘niet vorderend’ en foetale nood.

Postpartum zijn tot 7,3% van de vrouwen en kinderen verwezen met als  voornaamste indicatie: hemorragie postpartum en respiratoire problemen. Acht studies rapporteren spoedtransport (tot 5,4%) maar definities hierover verschillen. Aanbeveling van de auteurs is om eenduidige definities te gebruiken in toekomstige onderzoeken en om categorieën te maken wat betreft pariteit en verschil in setting.