Veranderende karakteristieken van zwangere en barende vrouwen en trends in zorg durante partu suggereren dat de duur van het geboorteproces kan afwijken van wat momenteel wordt aangenomen (12 uur voor primiparae; 8 uur voor multiparae).

Deze observationele studie onderzocht de duur van de bevalling onder een laag-risico populatie met continue verloskundige zorg in Noorwegen, IJsland, Denemarken en Zweden. De onderzoekers includeerden vrouwen met een ongecompliceerde eenling zwangerschap die thuis bevielen en vrouwen met een geplande thuisbevalling die durante partu verwezen werden maar vaginaal bevielen zonder medische interventies. De database bevatte 1612 volledig ingevulde partusverslagen (2008-2013; 82% mutiparae). Uitkomstmaten waren de gemiddelde duur (uren + minuten) van de latente- en actieve ontsluitingsfase, transitie- en uitdrijvingsperiode, nageboortetijdperk, en de totale baring.

Voor primiparae en multiparae is, respectievelijk, de totale gemiddelde duur van de baring 14 uur en 8 uur, de latente fase 6.31 en 4.39 uur, de actieve fase 5.84 en 3.18 uur, de transitie 51 en 18 minuten, de uitdrijvingsperiode 73 en 23 minuten, en het nageboortetijdperk 25 en 21 minuten.

Er werden significante verschillen per land in maternale leeftijd, pariteit, burgerlijke staat, roken en in baringsduur geobserveerd. De onderzoekers verklaarden dit verschil door trends in zorg zoals het gebrek aan richtlijnen voor thuisbevalling, het verschil in organisatie van verloskundige zorg en de marginale ervaring met thuisbevallingen door verloskundigen in de respectievelijke landen maar niet door maternale karakteristieken.