Maternale infectie met het Human Papillomavirus (HPV) tijdens de zwangerschap kan nadelige gevolgen hebben op zwangerschapsuitkomsten. De bevindingen over mogelijke gevolgen zijn tot op heden inconsistent, mogelijk veroorzaakt door confounders.

Deze Amerikaanse retrospectieve cohort studie analyseerde data van 4.824 zwangere vrouwen die in de periode 2012 tot 2014 prenatale zorg kregen in een ziekenhuis in Nebraska. Deze vrouwen waren 18 jaar of ouder, hadden een eenling zwangerschap en werden getest voor het HPV virus door een uitstrijkje (PAP test). De medische dossiers van vrouwen die positief testten werden uitgelicht en onderzocht voor de uitkomstmaten: Vroegtijdig gebroken vliezen (PROM) (>37 weken zwangerschap), premature partus (>37 weken zwangerschap), laag geboortegewicht (<2500 gram a terme zwangerschap) en pre-eclampsie (≥140 mm Hg systolisch en/of ≥90 mm Hg diastolisch en proteïnurie).

Van de deelnemers hebben 221 (4.4%) vrouwen een positieve HPV uitslag. De onderzoekers corrigeren voor leeftijd, etniciteit, roken, Chlamydia infectie, Gonorroe infectie, modus partus, abortus of partus prematurus in de voorgeschiedenis, zwangerschap diabetes, chronische hypertensie en obesitas. De analyses laten zien dat zwangere vrouwen met een HPV infectie significant meer kans hebben op pre-eclampsie (OR: 2.80; 1.26-6.21), een partus prematurus (OR: 1.79; 1.114-2.82) en een kind met een laag geboortegewicht (OR 2.56; 1.56-4.26). Zij hebben niet meer kans of het vroegtijdig breken van de vliezen.

De auteurs suggereren dat vaccinatie voor het HPV virus tijdens de puberteit of adolescentie een preventieve maatregel kan zijn om de genoemde nadelige zwangerschapsuitkomsten te voorkomen.