Inleiding van de baring is een veel voorkomende interventie waarbij verschillende methodes worden toegepast. De mening van de vrouw vormt een belangrijk onderdeel in de gezamenlijke besluitvorming over inleiden. Inzicht in de bevindingen, behoeften en tevredenheid van vrouwen over inleiden helpt verloskundigen in het proces van gezamenlijke besluitvorming.

De onderzoekers verstuurden een korte digitale vragenlijst onder Duitse bevallen vrouwen, al dan niet ingeleid en geïnformeerd over inleiden. De vragenlijst werd online via een sneeuwbal methode verspreid. Zij ontvingen 691 compleet ingevulde vragenlijsten van primi- en multiparae, waarvan 605 vrouwen waren ingeleid. De overige vrouwen waren niet ingeleid maar hadden wel informatie gehad over inleiden tijdens de zwangerschap.

De resultaten laten zien dat meest voorkomende redenen voor inleiding serotiniteit (51,7%) en het advies van de arts of verloskundige (39,9%) zijn. Een kwart van de respondenten (25,6%) geeft aan dat deze redenen geïndiceerd waren door een medische complicatie. De meeste aangeboden methodes voor inleiding zijn Misoprostol (oraal) (58,1%) en prostaglandines (vaginaal) (41,2%) alhoewel dit bij een klein deel van de vrouwen overeenkwam met haar eigen voorkeur (Misoprostol 18,2%; prostaglandines 8,4%).

Participanten in deze studie geven een voorkeur aan voor meer alternatieve methodes van inleiden zoals (wonder)olie, accupunctuur en homeopathie (30,1%) – dit zijn in Duitsland aangeboden methodes. De respondenten geven aan behoefte te hebben aan meer informatie over de methodes van inleiden (59,2%), zij willen meer ondersteuning in hun keuzeproces (49,9%), zij willen graag een grotere deelname in de daadwerkelijke beslissing t.a.v. de methode van inleiding (55,2%) en zij hebben behoefte aan meer tijd om tot een beslissing te komen (54,2%).

De auteurs concluderen dat de informatiebehoefte en het proces tot het maken van een gezamenlijke keuze over het inleiden van de baring verder geëxploreerd moeten worden.