Onderzoek is naast onderwijs de tweede belangrijke pijler van AVAG. De afdeling Midwifery Science is in 2009 opgericht en heeft sindsdien het onderzoek naar ‘midwifery‘ mee op de kaart gezet.

De medewerkers van de vakgroep Midwifery Science verrichten vanuit het VUmc Amsterdam (divisie VI) wetenschappelijk onderzoek naar de verloskundige zorg voor laag risico vrouwen in Nederland. Dit onderzoek draagt in belangrijke mate bij aan continue kwaliteitsverbetering van de verloskunde (midwifery) en de geboortezorg in het algemeen.

Een van onze aandachtsgebieden is de organisatie van de verloskundige zorg. Hierin speelt zeker ook de integrale geboortezorg een grote rol. Op 11 december 2017 vond de promotie van Hilde Perdok, onderzoeker op onze afdeling plaats. De titel van haar proefschrift luidt “Challenges of integrating maternity care”. In haar onderzoek concludeert Perdok dat zorgverleners en andere belanghebbenden het erover eens zijn dat betere samenwerking in de eerste en de tweede lijn nodig is, zodat de zorg meer een geheel vormt.

Zwangeren ervaren minder continuïteit van zorg als ze in het ziekenhuis onder controle zijn. Hoe de geboortezorg het beste vorm gegeven kan worden, in welk zorgmodel dit zou moeten zijn, daarover verschillen de zorgverleners van mening. Een belangrijke aanbeveling is dan ook om te experimenteren met diverse zorgmodellen en deze te evalueren.

Evaluatie van pilot ‘Antenataal CTG in de eerste lijn’

In drie regio’s in Nederland; Nijmegen, Zwolle en Amsterdam, zijn eerstelijns verloskundigen gestart met een pilot “Antenataal CTG in de eerste lijn”, ook een manier om de zorg anders vorm te geven. In deze pilot gaat het om substitutie van zorg. Zwangeren met een indicatie voor een antenataal CTG (zoals het voelen van verminderde kindsbewegingen of naderende serotiniteit) kunnen dit CTG door en bij hun eigen verloskundige laten doen. Ze hoeven hiervoor niet meer naar de tweede lijn verwezen te worden.

Deze pilot wordt geëvalueerd door de afdeling Midwifery Science in Amsterdam. Hierbij wordt onder meer gekeken naar de uitkomsten van de zorg, de ervaringen van de zwangeren, en ook naar die van de zorgverleners. Daarnaast willen de onderzoekers ook graag de kosteneffectiviteit in kaart brengen.