Currie S, Sinclair M, Murphy MH et al. Reducing the decline in physical activity during pregnancy: a systematic review of behaviour change interventions. PLoS ONE 2013 8(6):e66385. DOI:10.1371/journal.pone.0066385
Directe link naar de volledige tekst van het artikel

Bij verreweg de meeste vrouwen neemt de fysieke activiteit (FA) af tijdens een zwangerschap. Dit kan leiden tot (overmatige) gewichtstoename bij de vrouw en daaraan gepaarde verhoogde risico’s voor moeder en kind, zoals pre-eclampsie en zwangerschapsdiabetes. Positieve effecten van FA in de zwangerschap zijn verbeterde weerstand en stemming, vermindering van misselijkheid en vermoeidheid en op de lange termijn minder obesitas. Zwangerschap wordt wel gezien als een optimale periode voor gezondheidsbevorderende interventies, omdat vrouwen zich dan meer bewust zijn van hun persoonlijke risico’s. De vraag is of en hoe zorgverleners vrouwen kunnen stimuleren tot meer fysieke activiteit.

Deze systematische review brengt het effect van interventies op behoud/ toename van FA in de zwangerschap in kaart. Daarnaast wordt geïnventariseerd welke gedragsveranderingstechnieken gebruikt worden. De onderzoekers hanteren hierbij een recent ontwikkelde lijst met kwaliteitscriteria voor gedragsveranderingstechnieken (Behaviour Change Techniques Taxonomy). Er zijn veertien gerandomiseerde studies geïncludeerd. Interventies die gebruikt worden zijn: counseling (n=6), oefenprogramma (n=6) en kennisoverdracht (n=2). De controle bestaat uit standaardzorg (n=12) of een wellnessgroep (n=2). Het gebruik van FA-interventies is effectief: er is signifi cant meer FA in de interventiegroepen dan in de controlegroepen. Interventies zijn vooral effectief als de volgende technieken worden gebruikt: persoonlijke doelen stellen, een planning maken en feedback en bekrachtiging geven. Daarbij is het van belang dat er regelmatig face-to-face-contact met de zorgverlener is.

In hun conclusie pleiten de auteurs voor het gebruik van gezondheidsbevorderende (FA) interventies door verloskundigen bij de prenatale controles. Verloskundigen moeten daarom bekwaam zijn in het gebruik van gedragsveranderings-technieken.