Veen CA, Kasteren van MEE, Fiedeldeij CA et al. Neonatale uitkomsten van preventie van verticale hiv-besmetting. 15 jaar ervaring in een niet -universitair hiv-centrum. Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158: A6508
Directe link naar de samenvatting van het artikel.

Sinds 1994 is het St. Elizabeth Ziekenhuis in Tilburg officiëel erkend als hiv-centrum. Het doel van dit onderzoek is om de hiv-therapie te evalueren van alle hiv-positieve vrouwen die tussen 1 juni 1995 en 31 mei 2010 bevielen in het ziekenhuis. Uit 84 zwangerschappen zijn 87 kinderen van 71 moeders geregistreerd binnen de landelijke hiv-registratie database van Nederland. De meeste moeders (73%) kwamen uit Afrika ten zuiden van de Sahara. Van 50% was de hiv-status vóór en van 99% tijdens de zwangerschap bekend. Tien moeders kwamen net voor de bevalling onder controle; de overige 94% van de moeders slikte cART-middelen. ART-profylaxe (ziduvudine intraveneus) kreeg 89% van de vrouwen durante partu.

Er zijn geen significante verschillen tussen de gevonden 12,6% prematuriteit (landelijk 7,9%), de gevonden 15% dysmaturiteit en de gevonden 7,5% congenitale afwijkingen (onderzoek in Engeland-Ierland 2,7-3,1%) en detecteerbaar hiv-RNA of maternaal cART- gebruik. Van de kinderen kreeg 83% cART-PEP zidovudine en lamivudine. Na 18 maanden zijn deze kinderen allemaal hiv-negatief. Van de kinderen zijn 17,2% (n=15) ‘lost-to-follow-up (landelijk 15%). De belangrijkste bloedafwijkingen bij de kinderen zijn een verlaagd Hb (51%) en verhoogd ASAT(66%).

Het St. Elizabeth Ziekenhuis begeleidt hiv-zwangeren overeenkomstig de universitaire ziekenhuizen. Van belang is om stil te staan bij de 12% vrouwen die te laat in zorg komen en de kinderen die uit medische zorg verdwenen.