Postpartum blijkt bij 15-35% van de vrouwen na een vaginale baring, de belangrijke bekkenbodemspier ‘musculus levator ani’ beschadigd te zijn.

Shek KL, Dietz HP. Intrapartum risk factors for levator trauma.
BJOG 2010;117:1485-1492
Directe link naar de samenvatting in BJOG.

Postpartum blijkt bij 15-35% van de vrouwen na een vaginale baring, de belangrijke bekkenbodemspier ‘musculus levator ani’ beschadigd te zijn. Het kennen van de risicofactoren voor het optreden ervan kan een reductie geven in het later optreden van een prolaps. Deze studie had als doel om zowel macrotrauma als microtrauma te meten door middel van ultrasound. (Dit gebeurde in een tertiar centrum in Sydney).

Er werden 488 nulliparae geïncludeerd. Alle vrouwen werden tussen de 36 en 38 weken zwangerschap geïnterviewd en kregen een vierdimensionale echo van de bekkenspieren.
Drie tot vier maanden na de bevalling werden het interview en de echo herhaald door een assessor, geblindeerd voor de data van de bevalling. Er werd macrotrauma gediagnosticeerd als op drie slides van de echo een abnormale spieraanhechting te zien was. Er waren analysedata van 240 vrouwen: bij 32 vrouwen trad er een macrotrauma op (normaal vaginaal bevallen 22/186; na vacuüm 3/34 en na forceps 7/20). Na multivariate analyse bleef de forcipale extractie een risicofactor (OR 3.83;1.34-10.94).

Microtrauma, een onomkeerbare overrekking van de bekkenbodemspieren, werd beschouwd als een > 20% toename van de opening tussen de spieren in een aangespannen toestand (Valsalva). Microtrauma ontstond bij 28,5% van de vaginaal bevallen primiparae. Er werd een positieve associatie gevonden met de duur van de uitdrijving. Het optreden van schouderdystocie bleek geassocieerd, maar niet significant. Het krijgen van een epiduraal intrapartum werkte beschermend tegen het optreden van microtraumata (OR 0.42,0.19-0.93).