Nerum H, Halvorsen L, Straume B et al. Different labour outcomes in primiparous women that have been subjected to childhood sexual abuse or rape in adulthood: a case-control study in a clinical cohort. BJOG 2013; 120:487-495

Directe link naar de gratis full text versie van het artikel

Seksueel misbruik leidt op termijn vaak tot gezondheidsproblemen, ook in de zwangerschap. Over het effect op het verloop van de baring is de literatuur niet eenduidig. Naar schatting 7-37% van de zwangeren geven aan als kind seksueel te zijn misbruikt (CSA). In eerder Noors onderzoek werd aangetoond dat bij zwangeren met een verkrachting op volwassen leeftijd in de voorgeschiedenis (RA), de uitdrijvingsfase langer duurde en er meer kunstverlossingen waren.

Het hier beschreven case-control onderzoek is uitgevoerd in een cohort van primiparae, die tussen 2000 en 2007 werden verwezen naar de antenatale polikliniek van het Universiteitsziekenhuis Noord-Noorwegen voor psychologische zorg. Vrouwen met CSA (n=185) of RA (n=47) werden vergeleken met vrouwen zonder seksueel misbruik in de anamnese (n=141). De gemiddelde leeftijd was lager in de CSA-groep. Vergeleken met de controlegroep was er in de RA-groep een significant verhoogd risico op sectio (OR 9.9; 3.4-29.4) en op kunstverlossing (OR 12.2; 4.4-33.7). Er waren geen significante verschillen tussen de CSA-groep en de controlegroep, ondanks het feit dat er in de CSAgroep significant meer obstetrische risicofactoren waren bij het begin van de baring.

De gemiddelde duur van de uitdrijving was in de CSA-groep 46 minuten, de controlegroep 50 minuten en de RA-groep 120 minuten P<0.01). Als mogelijke verklaringen voor de verschillen tussen de CSA en RA-groep noemen de auteurs de jongere leeftijd in de CSA-groep en een verschil in gedrag. Het gedrag is in te delen volgens de vier stijlen van bevallen bij vrouwen die slachtoffer waren van seksueel misbruik (Rhodes & Hutchinson): in de RA-groep overheerst waarschijnlijk verzet, in de CSA-groep overgave.