Elvander C, Dahlberg J, Andersson G et al. Mode of delivery and the probability of subsequent childbearing: a population-based register study. BJOG 2014; DOI: 10.1111/1471-0528.13021
Directe link naar de samenvatting van het artikel.

Vanwege de toename in kunstverlossingen, bestudeerden onderzoekers de invloed van de wijze van bevallen, spontaan, per vacuüm of per sectio, op de kans op het krijgen van een volgend kind en op de duur van de periode tussen twee zwangerschappen in.

De onderzoekers analyseerden in een populatiebrede studie in Noorwegen data van 771.690 vrouwen die voor het eerst bevielen in de periode 1992 tot 2010. In de analyses van het verband tussen de wijze van bevallen en de volgende zwangerschap is gecorrigeerd voor tijd, leeftijd van de moeder, BMI, lengte en maternale morbiditeit (pre-eclampsie, diabetes en chronische hypertensie).
Vrouwen die bevallen met een vacuümextractie hebben significant minder vaak een tweede zwangerschap vergeleken met vrouwen met een spontane vaginale bevalling. Dit effect is sterker bij een spoedsectio en bij een electieve sectio. Een tweede opeenvolgende sectio geeft vergelijkbare ­effecten op de kans op een derde kind. Opnieuw een vacuümextractie ondergaan daarentegen verkleint de kans op een derde ­zwangerschap niet. De invloed van de wijze van geboorte op de duur tussen twee zwangerschappen is significant, maar niet klinisch relevant, het verschil is slechts 8 tot 43 dagen.

De onderzoekers concluderen dat een vacuümextractie te prefereren is boven een sectio door de hogere kans op een volgende zwangerschap en andere reeds bekende lange termijnvoordelen.