Clinical aspects of Postpartum hemorrhage, Babette Prick, 12 december 2014, Erasmus Universiteit Rotterdam
Directe link naar de volledige Nederlandse samenvatting van het proefschrift op Kennispoort Verloskunde
LET OP: U moet ingelogd zijn om de PDF’s van de proefschriften te kunnen downloaden.

Arts-onderzoeker Babette Prick promoveerde op een mooi omvangrijk onderzoek naar de incidentie en behandeling van fluxus postpartum, oftewel overmatig bloedverlies. Dit komt voor bij circa 9.000 bevallingen per jaar, oftewel 4,5% van het totaal. Prick ontdekte een regionale variatie in de incidentie (1.8-8.1%), waarvoor nog geen aantoonbare reden is gevonden. De basis voor haar promotie legde ze als projectuitvoerder van de WOMB-studie , een samenwerking tussen Erasmus MC en Sanquin Bloedvoorziening.

Aan de WOMB-studie deden 521 vrouwen mee tussen 2004 en 2011, die meer dan een liter bloed hadden verloren bij de bevalling. Verder hadden ze acute bloedarmoede, met Hb-waardes van 3.0-4.9 mmol/L. De helft van de vrouwen kreeg een bloedtransfusie, de andere helft werd behandeld met ijzer en foliumzuur. De lichamelijke vermoeidheid drie dagen na de bevalling werd als belangrijkste uitkomstmaat genomen. Prick constateerde dat vrouwen zonder bloedtransfusie zich nauwelijks meer vermoeid voelden dan vrouwen die wel een transfusie kregen. Afwachtend beleid is dan ook gerechtvaardigd, mede gezien de onnodige extra kosten en risico’s van besmetting, transfusiereactie en de vorming van antistoffen. Overigens had 10-15% van de vrouwen die geen transfusie kregen, die in tweede instantie alsnog nodig. Dit hing vooral samen met klachten gerelateerd aan bloedarmoede, zoals duizeligheid.

Hb-gehalte alleen blijkt geen goede leidraad om te beslissen of een kraamvrouw een bloedtransfusie nodig heeft.  Om te bepalen wanneer het wél zinvol is om bloedtransfusie toe te dienen, ontwikkelde de promovenda een voorspelmodel. Naast het Hb, is ook wezenlijk of het een meerlingzwangerschap betreft, de hoeveelheid bloedverlies en of het een eerste of volgend kind is. Na externe validatie, kan dit model en de bijbehorende formule een belangrijke rol gaan spelen bij het counselen en dagelijkse besluitvorming, zo is haar verwachting.