Stijging obstetrische bloedingen
Het aantal ernstige bloedingen rond de partus neemt toe in de Westerse wereld, zo blijkt uit recente internationale literatuur. De Leidse onderzoekers Joost Zwart en collega’s spreken naar aanleiding van een landelijke prospectieve cohortstudie (2004- 2006) hun zorg uit over deze stijging, die waarschijnlijk samenhangt met de stijging van het aantal sectio’s. In Nederland dragen ernstige bloedingen voor 51% bij aan de moedersterfte en voor 49% aan de intensive care opnamen.
Peripartum hysterectomy and arterial embolization for major obstetric hemorrhage: a 2-year nationwide cohort study in the Netherlands.
Zwart JJ, Dijk PD, van Roosmalen J.
Am J Obstet Gynecol 2010;202:150.e1-7.
Directe link naar de samenvatting op de website van AJOG
Deze publicatie maakt onderdeel uit van het proefschrift van Joost Zwart. Lees de samenvatting op Kennispoort Verloskunde.
Het aantal ernstige bloedingen rond de partus neemt toe in de Westerse wereld, zo blijkt uit recente internationale literatuur. De Leidse onderzoekers Joost Zwart en collega’s spreken naar aanleiding van een landelijke prospectieve cohortstudie (2004- 2006) hun zorg uit over deze stijging, die waarschijnlijk samenhangt met de stijging van het aantal sectio’s. In Nederland dragen ernstige bloedingen voor 51% bij aan de moedersterfte en voor 49% aan de intensive care opnamen.
Het aantal fluxus dat niet op uterustonica reageert en met een hysterectomie of arteriële embolisatie moet worden beëindigd, is 5.7 per 10.000 bevallingen. Ernstige fluxus is geassocieerd met een hogere maternale leeftijd (>34 jaar), multipariteit en sectio caesarea. De studiegroep van Zwart et al. bestond uit 205 vrouwen, waarvan 114 (3.2 per 10.000 bevallingen) embolisatie ondergingen en 108 een hysterectomie (3.0 per 10.000). Bij 17 vrouwen was de embolisatie niet afdoende; zij ondergingen alsnog een hysterectomie. Bij een uterusruptuur of abnormale placentatie wordt meestal gekozen voor een hysterectomie, bij uterusatonie en achtergebleven placentaresten wordt meestal een embolisatie gedaan. Vooral bij nulliparae is embolisatie succesvol, maar na een sectio faalt de techniek in 25% van de gevallen. Vier vrouwen van de studiegroep stierven (2%); twee na embolisatie, één na hysterectomie en één na beide procedures.
Zwart et al. verwachten dat door de stijging van sectio caesarea ook het aantal ernstige bloedingen wereldwijd zal stijgen. Sectio caesarea verhoogt het risico hiervoor significant; ten opzichte van een vaginale bevalling is het relatief risico 6.6, met een 95% betrouwbaarheidsinterval van 3.0-8.7. Zij pleiten voor onderzoek naar de oorzaken van de toename van het aantal sectio caesarea. Ook de indicaties en contra-indicaties voor embolisatie rondom de baring zouden nader onderzocht moeten worden.